Kunstwerken kunnen op ontzettend veel verschillende manier geïnterpreteerd worden. In principe op zoveel wijzen als er mensen zijn. Daarna kan het op evenveel manier besproken worden, in stilte verwerkt of beschreven. Om hier de verschillende mogelijkheden op te schrijven is onmogelijk. We zouden ze kunnen onderbrengen in categorieën, zoals het bekijken vanuit het eigen gevoel, vanuit de rede, vanuit de beeldtaal, vanuit het standpunt van de kunstenaar (waar we enkel naar kunnen gissen), vanuit de kunsthistorische waarde en ga zo maar door.
Maar eigenlijk spelen al deze zaken in meer of mindere mate mee wanneer we naar kunst kijken. Aangezien we geen onbeschreven blad zijn, refereren we onze indrukken altijd aan indrukken die we eerder hebben gehad en “kennis” die we eerder hebben vergaard.
Onze identiteit wordt gevormd door onze indrukken. En bij het verwerken van die indrukken gebruiken we weer de identiteit die we gevormd hebben en die immer onderhevig is aan veranderingen. Wanneer we een kunstwerk tot ons nemen en dit jaren later weer doen, zullen we het anders interpreteren. Natuurlijk is er dan een gevoel van herkenning, maar we zullen ook ontdekken dat we meer zien in het beeld. Of, in een wat afwijkender geval, minder zullen zien.
Kunst is een medium, dat gebruikt wordt om informatie over te brengen. Of dat nu de bedoeling van de kunstenaar is geweest of niet. Iedere vorm, emotie, kleur is een vorm van communicatie. Zelfs een boom die de windrichting aangeeft is communicatie.
Kunst bestaat enkel in theorie en elke theorie heeft de neiging totalitair te worden. Als we ruim willen kijken naar het begrip kunst, zien we kunst overal in terug. Als we kunst zien als een medium om een boodschap over te brengen –al is het maar de boodschap van het individu dat het zichzelf overbrengt na het beschouwen van een beeld- moeten we vaststellen dat alles kunst is. Aangezien alle actie (kijken, ruiken, horen, voelen, overdenken, negeren) een reactie oproept.
Tenzij we stoppen met bestaan of hersendood raken en al onze zintuigen uitschakelen, zijn we onvermijdelijk aan het veranderen. En zo veranderd ook onze identiteit en dus de interpretatie van dingen. Onze waarheid blijft evolueren.
Ook de waarheid is namelijk subjectief en individueel bepaald. Hierover kunnen we onszelf enorm veel filosofische vragen stellen en een heel mensenleven lang discussiëren, wat natuurlijk niet verkeerd is. Want dankzij dit overdenken komen we tot zeer bewuste inzichten en groeien wij als persoon. Maar ik stel op het moment graag vast dat er geen universele waarheid bestaat. Dit omdat er niemand is die kan bewijzen dat zijn waarheid de enige juiste is.
Suzanne Langer steekt de draak met het oppervlakkige geloof in “feitelijke bewijzen” zoals ik dat ook geneigd ben te doen. Zij stelt dat alles dat waarneembaar is immer gelezen, vertaald en geïnterpreteerd moet worden zoals ik dat eerder ook al uitlegde. Langer baseert haar uitleg van de zogenaamde werkelijkheid echter op haar symbooltheorie, die inhoudt dat kunst slechts een taal is en op zichzelf niets betekent. De aard van onze zintuiglijke waarneming is namelijk onrechtstreeks, omdat de taal die we gebruiken geen kopie van de werkelijkheid kan produceren, maar slechts een verwantschap kan aanduiden tussen de gehanteerde taal en de zogenaamde werkelijkheid.
Nu rest ons de vraag of wij de werkelijk wel moeten wíllen benoemen. Ik denk van niet. Wanneer we de zogenaamde werkelijkheid niet ten aller tijde willen benoemen, ontlasten wij onszelf van een druk om een onmogelijke taak uit te voeren en blijft er meer ruimte over voor de prachtige menselijkheid die rest. Pas dan laten wij de ruimte om onze intuïtie zijn werk te laten doen. Wij moeten proberen alle aangeleerde waarden los te laten om ons eigen gevoel gestalte te kunnen geven. Rationalisering is immers funest voor onze persoonlijke werkelijkheid, omdat we niet langer kunnen geloven in wat we zijn en hoe we onszelf hebben laten vormen wanneer we onze eigen identiteit ontkennen, die naar mijn mening ons meest waardevolle bezit is.
En wanneer wij durven accepteren dat er geen universele werkelijkheid bestaat, hoeven we ook niet langer te spreken over de misinterpretatie van kunst en alle andere vormen van communicatie waar wij dag in dag uit mee geconfronteerd worden.
|