Registreer FAQ Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / School & Studie / Huiswerkvragen: Exacte vakken
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 01-06-2007, 10:35
cartman666
Avatar van cartman666
cartman666 is offline
Ik moet een experiment opzetten dat een zekere significantie moet opleveren. Het voornaamste doel is dus eigenlijk het bepalen van het aantal proefpersonen dat nodig is (voor zover mogelijk).

Helaas blijkt het al erg lastig om een duidelijk toetsingsgrootheid in elkaar te flansen en ondertussen ben ik zo ten einde raad dat ik hier hulp zoek.
Dit is het probleem:
Ik stel mijn proefpersonen een aantal keer een vraag die ze goed of fout kunnen beantwoorden. (Deze vraag is of de kracht op hun arm groter/kleiner/gelijk is aan een andere kracht.)
Nu wil ik aantonen dat mensen het verschil niet kunnen voelen.

Volgens mij is dit een standaard binomiaal experiment met B(n,p), met p de kans op een juist antwoord.
De stellingen zijn dan:
H0: p=1
H1: p<1
Als ik H0 verwerp en H1 aantoon (sterke uitspraak) dan heb ik bewezen dat de proefpersoon het verschil niet voelt.

Dat volgens mij dus niet, en wel hierom: Als p=1 dan B(n,1) = n. Ofwel: één goed antwoord zorgt al dat p niet meer 1 kan zijn. Echter, iemand kan net even niet opgelet hebben of onnadenkend geantwoord hebben. Bovendien zit ik straks met >100 metingen waarbij ik bij 99 keer het juiste antwoord toch wil kunnen zeggen dat men het verschil kan voelen.

Help?
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 01-06-2007, 19:21
mathfreak
Avatar van mathfreak
mathfreak is offline
Citaat:
cartman666 schreef op 01-06-2007 @ 11:35 :
Ik moet een experiment opzetten dat een zekere significantie moet opleveren. Het voornaamste doel is dus eigenlijk het bepalen van het aantal proefpersonen dat nodig is (voor zover mogelijk).

Helaas blijkt het al erg lastig om een duidelijk toetsingsgrootheid in elkaar te flansen en ondertussen ben ik zo ten einde raad dat ik hier hulp zoek.
Dit is het probleem:
Ik stel mijn proefpersonen een aantal keer een vraag die ze goed of fout kunnen beantwoorden. (Deze vraag is of de kracht op hun arm groter/kleiner/gelijk is aan een andere kracht.)
Nu wil ik aantonen dat mensen het verschil niet kunnen voelen.

Volgens mij is dit een standaard binomiaal experiment met B(n,p), met p de kans op een juist antwoord.
De stellingen zijn dan:
H0: p=1
H1: p<1
Als ik H0 verwerp en H1 aantoon (sterke uitspraak) dan heb ik bewezen dat de proefpersoon het verschil niet voelt.

Dat volgens mij dus niet, en wel hierom: Als p=1 dan B(n,1) = n. Ofwel: één goed antwoord zorgt al dat p niet meer 1 kan zijn. Echter, iemand kan net even niet opgelet hebben of onnadenkend geantwoord hebben. Bovendien zit ik straks met >100 metingen waarbij ik bij 99 keer het juiste antwoord toch wil kunnen zeggen dat men het verschil kan voelen.

Help?
Kijk maar eens op http://nl.wikipedia.org/wiki/Statistische_toets
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
Met citaat reageren
Oud 01-06-2007, 19:49
cartman666
Avatar van cartman666
cartman666 is offline
Citaat:
mathfreak schreef op 01-06-2007 @ 20:21 :
Kijk maar eens op http://nl.wikipedia.org/wiki/Statistische_toets
Ja, daar heb ik al gekeken. Bovendien heb ik gewoon statistiek gehad in mijn 2e jaar. Helaas snapte ik het toen al nauwelijks, en haalde ik het in één keer met een zesje, maar de kennis van die wiki kan ik nog behappen.

Het probleem is dat je in een binominaal toetsingsprobleem volgens mij nooit kan werken met een H0 of H1 die stelt dat p=1 of p=0. Alleen al omdat de n-p-c kans-tabel voor p=1 ontbreekt omdat die uit alleen maar nullen zou bestaan.

Bij een dobbelsteen werken ze met p = 1/6, wat logisch is voor een dobbelsteen, want in de theoretische situatie is dat de kans dat je een bepaalde waarde gooit. Bij mijn experiment zou p (de kans op een goed antwoord) 1/2(gokken) of 1(weten) moeten zijn. De proefpersoon kan ofwel het verschil niet voelen, ofwel het verschil wel voelen.

Oja, ik zie op die wiki de volgende zin Omdat n zo groot is, kan deze verdeling beschouwd worden als een normale met verwachting np=100 en variantie np(1-p)=83,33, dus standaardafwijking 9,13. Dat kan ik ook al niet, want deze aanname is geldig voor een gemiddelde p waarde. 0.1<p<0.9 zoiets. Voor extreme waarde van p is een poisson vergelijking met mu=np bruikbaarder maar ik weet p niet. Die kan 1/2 of 1 zijn.

Overigens zeg ik alles hierboven alsof het allemaal waar is, maar ik weet dat ik het zeg zonder gehinderd te zijn door wiskundige kennis. Dit komt allemaal uit verschillende boekjes en sites. Ik hoop dat ik een grove denkfout maak en dat iemand hier die kan aanwijzen.

Laatst gewijzigd op 01-06-2007 om 19:52.
Met citaat reageren
Oud 01-06-2007, 20:25
mathfreak
Avatar van mathfreak
mathfreak is offline
Citaat:
cartman666 schreef op 01-06-2007 @ 20:49 :
Ja, daar heb ik al gekeken. Bovendien heb ik gewoon statistiek gehad in mijn 2e jaar. Helaas snapte ik het toen al nauwelijks, en haalde ik het in één keer met een zesje, maar de kennis van die wiki kan ik nog behappen.

Het probleem is dat je in een binominaal toetsingsprobleem volgens mij nooit kan werken met een H0 of H1 die stelt dat p=1 of p=0. Alleen al omdat de n-p-c kans-tabel voor p=1 ontbreekt omdat die uit alleen maar nullen zou bestaan.

Bij een dobbelsteen werken ze met p = 1/6, wat logisch is voor een dobbelsteen, want in de theoretische situatie is dat de kans dat je een bepaalde waarde gooit. Bij mijn experiment zou p (de kans op een goed antwoord) 1/2(gokken) of 1(weten) moeten zijn. De proefpersoon kan ofwel het verschil niet voelen, ofwel het verschil wel voelen.

Oja, ik zie op die wiki de volgende zin Omdat n zo groot is, kan deze verdeling beschouwd worden als een normale met verwachting np=100 en variantie np(1-p)=83,33, dus standaardafwijking 9,13. Dat kan ik ook al niet, want deze aanname is geldig voor een gemiddelde p waarde. 0.1<p<0.9 zoiets. Voor extreme waarde van p is een poisson vergelijking met mu=np bruikbaarder maar ik weet p niet. Die kan 1/2 of 1 zijn.

Overigens zeg ik alles hierboven alsof het allemaal waar is, maar ik weet dat ik het zeg zonder gehinderd te zijn door wiskundige kennis. Dit komt allemaal uit verschillende boekjes en sites. Ik hoop dat ik een grove denkfout maak en dat iemand hier die kan aanwijzen.
Volgens mij is de denkfout die je maakt dat de kans 1 zou moeten zijn. Stel dat je een totaal van n personen hebt en dat k personen het verschil voelen, dan is p=k/n de kans dat een persoon het verschil voelt en q=1-p=(n-k)/n de kans dat een persoon het verschil niet voelt. Het enige wat je dan nog moet weten is je significantieniveau alfa, dat bepaalt hoe groot je kritieke gebied is. Omdat je linkszijdig toetst krijg je K={0,1,2,...kl} als je kritieke gebied, waarbij kl bepaald wordt uit P(X<=kl)<=alfa. Als X het aantal personen met "succes" is, en als dit aantal deel uitmaakt van je kritieke gebied, dan wordt H0 verworpen, anders wordt H0 aanvaard.
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel

Laatst gewijzigd op 02-06-2007 om 15:02.
Met citaat reageren
Oud 02-06-2007, 13:03
cartman666
Avatar van cartman666
cartman666 is offline
Citaat:
mathfreak schreef op 01-06-2007 @ 21:25 :
Volgens mij is de denkfout die je maakt dat de kans 1 zou moeten zijn. Stel dat je een totaal van n personen hebt en dat k personen het verschil voelen, dan is p=n/k de kans dat een persoon het verschil voelt en q=1-p=(n-k)/k de kans dat een persoon het verschil niet voelt. Het enige wat je dan nog moet weten is je significantieniveau alfa, dat bepaalt hoe groot je kritieke gebied is. Omdat je linkszijdig toetst krijg je K={0,1,2,...kl} als je kritieke gebied, waarbij kl bepaald wordt uit P(X<=kl)<=alfa. Als X het aantal personen met "succes" is, en als dit aantal deel uitmaakt van je kritieke gebied, dan wordt H0 verworpen, anders wordt H0 aanvaard.
Dat klinkt inderdaad wel beter. Maar stel dat ik een test doe met 50 personen, 40 geven het juiste antwoord. p = k/n (neem ik aan dat je bedoelde) = 0,8. Dus B(50 ; 0,8).
Maar met het kritieke gebied bewijs ik dan toch dat mijn test naar alle waarschijnlijk genomen is uit een B(50 ; 0,8) verdeling? Maar dat zou vrij evident zijn als ik de verdeling net heb vastgesteld mbv mijn experiment.

Ik zat gisteravond trouwens opeens aan een verdelingsvrije toets te denken. Wilcoxon misschien, maar daar weet ik nog minder van, dus misschien slaat het wel nergens op.

Laatst gewijzigd op 02-06-2007 om 13:08.
Met citaat reageren
Oud 02-06-2007, 15:32
mathfreak
Avatar van mathfreak
mathfreak is offline
Citaat:
cartman666 schreef op 02-06-2007 @ 14:03 :
Dat klinkt inderdaad wel beter. Maar stel dat ik een test doe met 50 personen, 40 geven het juiste antwoord. p = k/n (neem ik aan dat je bedoelde) = 0,8. Dus B(50 ; 0,8).
Maar met het kritieke gebied bewijs ik dan toch dat mijn test naar alle waarschijnlijk genomen is uit een B(50 ; 0,8) verdeling? Maar dat zou vrij evident zijn als ik de verdeling net heb vastgesteld mbv mijn experiment.
Het is mede afhankelijk van de keuze van je waarde voor alfa of je al of niet de juistheid van je hypothese aanvaardt. Laten we veronderstellen dat je weet dat je over een populatie van 50 personen beschikt en dat je uitgaat van H0: p=0,8 en
H1: p<0,8. Stel dat je kiest voor alfa=0,05, dan moet de gezochte waarde kl voldoen aan P(X<=kl)<=0,05. Met een tabel voor binomiale verdelingen vind je dan: kl=34, dus K={0,1,2,...,34}. Veronderstel dat 10 personen het verschil voelen, dan geldt: X=10. Omdat X=10 een waarde in K voorstelt betekent dit dat H0: p=0,8 als hypothese wordt verworpen en dat H1: p<0,8 als hypothese wordt aanvaard. Als je dus linkszijdig wilt toetsen moet je dus eerst weten wat voor waarde van p je wilt kiezen, hoe groot je populatie n is, en welk significantieniveau alfa je wilt kiezen. Op grond daarvan bepaal je je kritieke gebied K. Als je vervolgens weet hoe groot X is, dus hoeveel personen uit jouw populatie het verschil voelen, kun je op grond daarvan bepalen of je de hypothese H0: p=p0 of H1: p<p0 aanvaardt. Je weet dan ook welke hypothese je dus verwerpt.
Merk overigens op dat ik de waarden voor p en q in mijn vorige reply inmiddels heb gecorrigeerd.

Citaat:
cartman666 schreef op 02-06-2007 @ 14:03 :
Ik zat gisteravond trouwens opeens aan een verdelingsvrije toets te denken. Wilcoxon misschien, maar daar weet ik nog minder van, dus misschien slaat het wel nergens op.
In dat geval ga je uit van 2 steekproeven. Zie voor verdere info
http://nl.wikipedia.org/wiki/Wilcoxon
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
Met citaat reageren
Oud 03-06-2007, 11:52
cartman666
Avatar van cartman666
cartman666 is offline
Citaat:
mathfreak schreef op 02-06-2007 @ 16:32 :
Het is mede afhankelijk van de keuze van je waarde voor alfa of je al of niet de juistheid van je hypothese aanvaardt. Laten we veronderstellen dat je weet dat je over een populatie van 50 personen beschikt en dat je uitgaat van H0: p=0,8 en
H1: p<0,8. Stel dat je kiest voor alfa=0,05, dan moet de gezochte waarde kl voldoen aan P(X<=kl)<=0,05. Met een tabel voor binomiale verdelingen vind je dan: kl=34, dus K={0,1,2,...,34}. Veronderstel dat 10 personen het verschil voelen, dan geldt: X=10. Omdat X=10 een waarde in K voorstelt betekent dit dat H0: p=0,8 als hypothese wordt verworpen en dat H1: p<0,8 als hypothese wordt aanvaard. Als je dus linkszijdig wilt toetsen moet je dus eerst weten wat voor waarde van p je wilt kiezen, hoe groot je populatie n is, en welk significantieniveau alfa je wilt kiezen. Op grond daarvan bepaal je je kritieke gebied K. Als je vervolgens weet hoe groot X is, dus hoeveel personen uit jouw populatie het verschil voelen, kun je op grond daarvan bepalen of je de hypothese H0: p=p0 of H1: p<p0 aanvaardt. Je weet dan ook welke hypothese je dus verwerpt.
Merk overigens op dat ik de waarden voor p en q in mijn vorige reply inmiddels heb gecorrigeerd.
Ja, dan is het inderdaad wel mogelijk om te toetsen, maar de waarde van p is tamelijk arbitrair. Ik zou moeten achterhalen hoe laag die waarde mag zijn wil ik nog met goed fatsoen kunnen zeggen dat de personen het verschil voelen. Als op een totaal van 50 mensen 35 mensen de juiste keuze maken denk ik niet dat ik kan stellen dat men het verschil voelt. Terwijl ik in bovenstaand voorbeeld wel de H0 aanvaard.

Het probleem is dat als je proefpersonen 10 kilo aan hun arm hangt dat ze dan gegarandeerd weten dat de arm zwaarder is, dus dan heb je B(n,p) = n. Als ik 0,001 kilo aan hun arm hang dan voelt de proefpersoon dat niet en krijg je B(n,p) = n/2. Het probleem blijft: hoe toon je aan vanaf welk niveau mensen wel het verschil voelen.

Citaat:
mathfreak schreef op 02-06-2007 @ 16:32 :
In dat geval ga je uit van 2 steekproeven. Zie voor verdere info
http://nl.wikipedia.org/wiki/Wilcoxon
Ja, dat had ik al gelezen. Het zou handig zijn als ik de twee bekende situaties (wel voelen / niet voelen) kon vergelijken met de onbekende situatie en kon zeggen hoe groot de kans is dat de nieuwe situatie deel uit maakt van een van de twee bekende situaties. Zou dat mogelijk zijn met wilcoxon?
Met citaat reageren
Oud 03-06-2007, 13:27
mathfreak
Avatar van mathfreak
mathfreak is offline
Citaat:
cartman666 schreef op 03-06-2007 @ 12:52 :
Ja, dan is het inderdaad wel mogelijk om te toetsen, maar de waarde van p is tamelijk arbitrair. Ik zou moeten achterhalen hoe laag die waarde mag zijn wil ik nog met goed fatsoen kunnen zeggen dat de personen het verschil voelen. Als op een totaal van 50 mensen 35 mensen de juiste keuze maken denk ik niet dat ik kan stellen dat men het verschil voelt. Terwijl ik in bovenstaand voorbeeld wel de H0 aanvaard.

Het probleem is dat als je proefpersonen 10 kilo aan hun arm hangt dat ze dan gegarandeerd weten dat de arm zwaarder is, dus dan heb je B(n,p) = n. Als ik 0,001 kilo aan hun arm hang dan voelt de proefpersoon dat niet en krijg je B(n,p) = n/2. Het probleem blijft: hoe toon je aan vanaf welk niveau mensen wel het verschil voelen?
Daarover vind je hier mogelijk meer: http://nl.wikipedia.org/wiki/Wet_van_Weber-Fechner

Citaat:
cartman666 schreef op 03-06-2007 @ 12:52 :
Ja, dat had ik al gelezen. Het zou handig zijn als ik de twee bekende situaties (wel voelen / niet voelen) kon vergelijken met de onbekende situatie en kon zeggen hoe groot de kans is dat de nieuwe situatie deel uit maakt van een van de twee bekende situaties. Zou dat mogelijk zijn met wilcoxon?
Dat weet ik zo niet. Ik ben beter thuis in de analyse en de aanverwante vakgebieden dan in de statistiek. Wat je zou kunnen doen is contact opnemen met iemand van een wiskundefaculteit die wel in dat soort dingen gespecialiseerd is.
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
Met citaat reageren
Oud 03-06-2007, 21:46
cartman666
Avatar van cartman666
cartman666 is offline
Citaat:
mathfreak schreef op 03-06-2007 @ 14:27 :
Daarover vind je hier mogelijk meer: http://nl.wikipedia.org/wiki/Wet_van_Weber-Fechner
Dat is in ieder geval goed om te noemen in het verslag. Bedankt.

Citaat:
mathfreak schreef op 03-06-2007 @ 14:27 :
Dat weet ik zo niet. Ik ben beter thuis in de analyse en de aanverwante vakgebieden dan in de statistiek. Wat je zou kunnen doen is contact opnemen met iemand van een wiskundefaculteit die wel in dat soort dingen gespecialiseerd is.
Daar ga ik morgen maar eens langs denk ik, maar nu weet ik in ieder geval dat het geen heel simpel iets is waarbij ik gewoon wat over het hoofd zie. Bedankt voor je tijd en moeite, ik zal nog wel posten hoe ik het onderzoek uiteindelijk ga opzetten.
Met citaat reageren
Oud 06-06-2007, 00:31
cartman666
Avatar van cartman666
cartman666 is offline
Hoe meer ik lees en hoor, hoe meer ik besef hoe weinig ik weet.

Ik heb nu twee mogelijke methodes:
1) Simpelweg bewijzen dat mensen niet gokken (H0:p=0.5 H1:p>0.5), ipv bewijzen dat mensen het niet zeker weten. Dat werkt wel natuurlijk.
2) De meetpunten sorteren op p waarde. (ik heb 9 niveau's waarop ik test of mensen iets voelen) Van de hoogste p waarde aannemen dat de mensen "zeker weten", van de laagste aannemen dat de mensen "gokken". Vervolgens met een wilcoxon-test controleren of de metingen ertussen uit de eerst of de laatste meting komen.

Welke methode lijkt jou 'beter'?
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Lichaam & Gezondheid Voeding & Gezondheidstopic #22
Bloem
500 14-01-2009 19:11
Levensbeschouwing & Filosofie The deadly faith cycle
Shade
291 22-02-2008 10:14
Levensbeschouwing & Filosofie Actie-reactie
Krirby
54 02-09-2004 00:15
Algemene schoolzaken Psychobiologie
Mrs Mojo Risin
15 29-03-2004 22:49
Levensbeschouwing & Filosofie evolutie of schepping
Ace*Dusty
286 29-10-2003 08:47
Huiswerkvragen: Exacte vakken Wiskunde: standaarddeviatie steekproef
duracelkonijntje
11 16-03-2003 15:36


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 19:03.