Het broertje (7 jaar) van een goede vriendin van mij heeft een vorm van Down Syndroom. Ik hoorde vaak verhalen van haar, ze zei altijd dat het je leven wel verrijkt, maar dat het soms wel erg moeilijk is. Vaak moesten we heel snel fietsen omdat ze op tijd thuis moest voor zijn thuiskomen van de opvang.
Als ze op vakantie gingen deden ze dat 1 week met hem erbij, en 2 weken zonder. Niet alleen om zelf ook even 'rust' te hebben, maar ook omdat het voor hem heel vermoeiend was om naar het buitenland te gaan en in een onbekende omgeving te zijn. Hij ging dan in die 2 weken dan naar de opvang, en had het daar ook naar zn zin.
Ik heb hem zelf niet heel veel meegemaakt, omdat we buiten school om niet bij elkaar in huis kwamen (natuurlijk wel andere dingen als stad in, bios dat soort

) Maar als hij jarig was, gaf ik hem altijd een oranje ballon. En dan begon hij helemaal te stralen en was hij helemaal in de 7e hemel. Ondanks dat hij niet 'dankjewel' kon zeggen, kon je merken dat hij er echt blij mee was.
en ik heb een oom die geestelijk gehandicapt is. Hij kan 4 woorden zeggen, meer niet. Maar als hij hier thuis kwam, en je praatte tegen hem, of zei iets (vb: "zet je kopje maar iets verder op tafel") dan zag je wel duidelijk dat hij je wel begreep, maar gewoon niet instaat was om daarop te reageren.
Vooral die blijdschap als we hem weer eens gingen ophalen om gewoon te wandelen in het bos, of naar de kinderboerderij te gaan, zal me altijd bij blijven..
Ik weet wel dat het voor mijn vader vooral (zijn broer dus) soms heel moeilijk was, omdat hij wel om de 2 weken hem moest ophalen. Niet dat het een last was, maar je kunt niet echt wat met ze. Niet echt een gesprek voeren. En je moet er altijd rekening mee houden. Maar toch wel gewoon doen, en de vrolijkheid die hij altijd met zich meebracht was toch wel een aanmoediging om het te blijven doen.
Ik weet niet of deze verhalen wel een antwoord zijn op je vraag, maar wou t toch gewoon postten.