Hallo. Ik ben een jongen van 13 en ben bezig met een verhaal. Over een klas op een school. Vrij afgezaagd dus. Nou, hier komt het eerste deel. Reacties zijn welkom.
___________________________________________________________
Het is de tweede dag na de meivakantie.
Ze horen het aan de haastige voetstapjes op de gang. Het geluid van kleine wieltjes van een koffertje die over het tapijt rollen. Wieltjes die piepen, knarsen en rollen alsof hun leven er vanaf hangt. Een sleutelbos met een Spongebob-sleutelhanger eraan wordt haastig uit een te krappe broekzak gehaald. Een zakdoekje dat per ongeluk meegepakt is, wordt verfrommeld en teruggestopt.
De sleutel wordt in het gat gestoken en omgedraaid, haastig.
“Hi ha ho! Sumpjens is back! Sumpjens, Sumpjens, Sumpjens is back!”
Oscar, Manon en Ferry zingen het luidkeels door de klas. Dan komt Sumpjens binnen en zet met een zucht zijn koffer neer op tafel. De drie joelen en klappen en de rest grinnikt mee of haalt netjes hun boeken op tafel. Sumpjens is een klein, dik mannetje met een grote, kale kop, een bril en een snorretje. Altijd haastig. Waarom wist niemand. Waarom zou je je haasten voor een stelletje losgeslagen pubers die toch niet naar je luisterden? De gemiddelde leraar dronk nog een laatste HotChocolate uit de koffieautomaat, praatte nog even met een collega over politieke zaken en het weer en startte dan langzaam zijn tocht naar de eerste verdieping. Maar Sumpjens had haast. Altijd zweetdruppeltjes op zijn kale kop, snor en overhemd. Gesloten ook. Kinderen roddelden dat hij bindingsangst had en nog steeds bij zijn moeder woonde, terwijl hij al drieënzestig is. Dat hij nooit een vriendin, laat staan vrouw heeft gehad. Sommige zeggen dat hij autistisch is, anderen dat hij aan schizofrenie lijdt, omdat hij altijd zo gespannen en raar doet. Het is inderdaad ook een raar mannetje. Oscar en co noemen hem altijd een aromantische aseksueel. Dat betekent volgens hen dat je niet verliefd kan worden en ook geen seksuele prikkels opvangt. Sumpjens vertoonde inderdaad niet veel seksuele trekjes. Je zou er liever ook niet over nadenken of hij die überhaupt ooit vertoond had. Dit waren zijn laatste jaren op het Sint Marius College. Je kon zien dat hij dit werk niet voor zijn plezier deed. Hij kwam altijd met een droevig gezicht naar school, hing zijn donkerblauwe sportjack altijd triest op en sleepte zijn koffertje treurig achter zich aan. Het leek wel alsof het hem allemaal niet zoveel kon schelen. Scheetkussens, bakjes gesmolten ijs die over zijn Volkswagen werden geleegd, zijn veters die aan elkaar werden geknoopt, HotChocolate waar zout in werd gegooid; alles liet hij gewoon over zich heen komen. Na een periode vol rotgeintjes, van onder andere Oscar en co, was hij twee maanden overspannen geweest. Opeens was hij weg en kwam er een stagiaire voor in de plaats.
Hun mentrix stapte op een dag het lokaal Nederlands binnen, waar heel 3c aan het joelen, lachen en rennen was.
“Kinderen! Mag ik even de aandacht!” De losgeslagen pubers gingen vrolijk door. Knopsen was ook niet de meest stabiele persoon die je je kon voorstellen. Totaal niet geschikt om als mentrix te fungeren eigenlijk. Nog een paar keer vroeg ze om aandacht, maar toen ze bijna moest janken, hielden ze op. “Fijn. Dankjewel. Nou.” Ze pinkte even een traantje weg, voordat ze doorging. “Zoals jullie zien is meneer Sumpjens niet verschenen vandaag. Hij is er even tussen uit. Jullie tijdelijke vervanger is Nathalie Timmerman. Ze studeert aan de PABO en is er bijna klaar voor om écht op scholen les te gaan geven. Ik hoop dat jullie in die twee maandjes een beetje lief voor elkaar zijn en er weer een gezellige Nederlandse les van maken.” Knopsen gaf de lerares in wording een schouderklopje en sloot de deur. Timmerman liep in een stevige pas met een vrolijke glimlach naar haar bureautje. “Zo.“ Daar begon het al. Die “zo” vertelt meer dan duizend woorden. Kortaf, krachtig en vriendelijk. Als een leraar “zo” zei, op een bepaalde manier en vervolgens zijn of haar koffertje neerzette, wist je al hoe laat het was. Onstabiel, té lief, houd ervan om over zichzelf te vertellen en gemakkelijk te treiteren. Als het nou een lange “zo” was geweest, waarna de leraar zijn koffer neersmeet, zou het een strenge zijn.
En ja hoor. “Zo. Nou. Ik zal eens iets over mezelf vertellen. Mijn naam is Nathalie. Ik ben al iets ouder, namelijk zevenentwintig jaar en ik woon met mijn vriend van dertig in een leuk, knus huisje aan het water. Ik heb een poes van vijf jaar en een dochtertje van anderhalf.“ Alsof ons een burgerlijk leventje van een PABO studente iets interesseert.
De les duurde nog geen twee minuten of de hel barstte al los. Spuugproppen en boeken vlogen door het lokaal en de arme Nathalie hield verdrietig haar koffertje boven haar hoofd om niet geraakt te worden. Na twee dagen zag de net niet overspannen Nathalie Timmerman haar beroep als lerares niet meer zitten en begon aan een opleiding journalistiek. Geen afscheid met lolly’s of marsjes en een ik-heb-een-leuke-tijd-gehad-verhaal. Nee. Ze was zomaar weg. Natuurlijk hadden Oscar en co het er zo naar gemaakt. De rest deed vrolijk mee met de spuugproppen-gevechten tijdens Nederlands. Natuurlijk waren er de ijverige, stille leerlingen die netjes huiswerk gingen maken, maar in 3c was er een duidelijke meerderheid.
Vandaag, net na de meivakantie, kwam Sumpjens weer terug.
“Jongenlui, fijn om jullie weer allemaal te zien.” Dat moest een grap zijn. “Ik was er even tussen uit maar ik heb nu weer de -hoe zeggen jullie kids dat- power om er weer eens tegenaan te gaan.” Oscar en Ferry kijken elkaar vragend aan. Alsof wij dat woord gebruiken.
“U was toch gewoon overspannen?” vraagt Manon uitdagend. Je hoort zachtjes wat kinderen grinniken. Sumpjens krijgt een knalrood hoofd. Manon zadelde hem wel vaker met die confronterende opmerkingen op.
“Nou… Eh…” Hij pakt een zakdoekje uit zijn broekzak en veegt het zweet van zijn voorhoofd. “Goed! We beginnen weer met de les! Pak allemaal bladzijde honderdentwaalf voor je! Ja, ook jullie, Oscar en Ferry!”
“Wat heb je daar, Fer?” vraagt Oscar opeens en pakt een blaadje van Ferrys tafel. Snel pakt Ferry het terug. “Niks, joh.” “Waar heb je het over? Ik zag toch zeker iets?” snauwt Oscar. “Laat nou maar, joh. Chill.” Die eikel snapt het toch niet.
“Oscar!” Sumpjens kijkt hem vragend aan. “Ja, wat?” snauwt hij. “Wil je je grote mond eens dichtplakken en beginnen met voorlezen, misschien?” vraagt Sumpjens geïrriteerd.
“O… eh… ja.“ Oscar schraapt zijn keel. “Paragraaf 1. Ambiguïteit…”
|