1-Water is een raar molecuul. Het kan waterstofbruggen vormen met andere moleculen water. Een H-brug (waterstofbrug) is een sterk soort interactie (lees: binding, maar zeg dat niet) Een H-brug is een interactie tussen het zuurstof atoom en het waterstofatoom van water. Ethanol bevat ook wel waterstof en zuurstof atomen, maar ook koolstof. Hierdoor worden minder makkelijk H-bruggen gemaakt dan als bij water het geval is. Door de sterkte en eenvoud dat er H-bruggen worden aangegaan met watermoleculen dan met ethanol moleculen onderling is het kookpunt van water hoger
2- Dat ligt eraan. Water met zout geleid beter dus wordt het mengsel homogener verwarmd, zodat sneller het kookpunt wordt bereikt. Aan de andere kant. zouten hebben een hoog kokpunt, gooi je dat met water, wordt het kookpunt ook iets hoger. Voorbeel: als je water (Bp = 100C) met ethanol (Bp = 80C) mengt, kook het mengsel bij 96C.
|