Wat begrijp je er niet aan; of probeer anders eens neer te schrijven hoe je op dit moment aan het redeneren bent; zo kunnen we beter inspelen op hetgene waarop je vastloopt.
Volgens mij doe je er goed aan om de uitleg van mathfreak te volgen en dan eens te noteren voor enkele gevallen: bv. B1 heeft les van A, B2 heeft les van A, B3 heeft les van A en B, B4 heeft les van B, B5-B8 hebben les van geen van beide. Een mogelijke notatie daarvoor zou kunnen zijn:
Als je in dergelijke tabel wat andere combinaties zet, krijg je hopelijk wat meer inzicht in wat je nodig hebt.
In mijn voorbeeld is X = 1, omdat er in 1 vakje AB staat. Als je alle mogelijkheden zou afgaan, kom je natuurlijk overal een X uit, en je weet hoeveel keer je die waarde uitkomt op je totaal aantal mogelijkheden N. Je kan dat aantal keer voorkomen delen door N, zo krijg je de kans dat je een bepaalde waarde van X = X
i uitkomt, dit noem je bv. de kans P
i, hetgene je nodig hebt voor de tweede opgave.
De methode die ik schets met alles uitschrijven zal vrij arbeidsintensief zijn, maar je ziet alles gebeuren, dus op die manier en genoeg tijd zou je volgens mij wel tot een oplossing moeten komen. Als je echter wat nadenkt over hoe alles zal veranderen in die tabel, kan je het ook doen zonder heel erg veel uitprobeerwerk. Een eerste stap daarbij is al eens na te denken over de mogelijke uitkomsten van X; dus hoe veel klassen van allebei les hebben.