Registreer FAQ Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / School & Studie / Huiswerkvragen: Exacte vakken
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 20-09-2009, 12:07
Romy-appelflap
Avatar van Romy-appelflap
Romy-appelflap is offline
Hoi kan iemand bij helpen met deze vragen en kan je dan de uitwerking geven?

gegeven is f(x)= ax+8
Bereken a in het geval:

1: De grafiek van f door het punt (-5,a) gaat
2: de grafiek van f door het punt (a,24) gaat

Gegeven is f(x) = 2ax+b-12
Bereken a en b in het geval de grafiek van f
3. evenwijdig is met de lijn l:y = 7x + 2 en door het punt A(6,-40) gaat

Laatst gewijzigd op 20-09-2009 om 14:11.
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 20-09-2009, 12:17
janosch
janosch is offline
2: de grafiek van f door het punt (a,24) gaat
24 = aČ + 8
aČ = 24 - 8
a = wortel van 16
a = 4
Met citaat reageren
Oud 20-09-2009, 12:19
Romy-appelflap
Avatar van Romy-appelflap
Romy-appelflap is offline
dankje 1 weet ik inmiddels ook, alleen 3 niet

Laatst gewijzigd op 20-09-2009 om 12:25.
Met citaat reageren
Oud 20-09-2009, 13:26
halloikben
Gegeven is f(x) = 2ax+b-12
Bereken a en b in het geval de grafiek van f
3. evenwijdig is met de lijn l = 7x + 2 en door het punt A(6,-40) gaat

2*a*x=7x
a= 3.5

bij x=6
en y =-40
2*3.5*6=42
-40-42=-82 (het verschil)

-82=b-12
-70=b
Met citaat reageren
Oud 20-09-2009, 13:35
halloikben
natuurlijk nog -2
Met citaat reageren
Oud 20-09-2009, 13:58
Romy-appelflap
Avatar van Romy-appelflap
Romy-appelflap is offline
Weet je dan ook deze?:

1. Gegeven is f(x) = 2ax+b-12
Bereken a en b in het geval de grafiek van f
1: de x-as in het punt B(-4,0) snijdt en de y-as in het punt C(0,40)

gegeven zijn f(x) =ax + 3a - 12, g(x) = 6x-18 en h(x) = -2x - 6
bereken a in het geval:

2: de grafieken van f en g hetzelfde snijpunt met de x-as hebben
3: de grafieken van f, g, h hetzelfde snijpunt met de x-as hebben

de lijn P is de verticale lijn door het punt Q(2,0) de lijn P snijdt de grafiek van f in het punt A en de grafiek g in het punt B zo, dat ab=14
4: bereken voor welke a dit het geval is. let op, er zijn twee nogelijkheden

5: de grafiek van f(x) = 1/2x+3a snijdt de x-as in het punt A en de y-as in het punt B zo, dat de oppervlakte van driekhoek OAB juist 72 is. bereken a:

Laatst gewijzigd op 20-09-2009 om 14:10.
Met citaat reageren
Oud 20-09-2009, 17:40
mathfreak
Avatar van mathfreak
mathfreak is offline
1. Gegeven is f(x) = 2ax+b-12
Bereken a en b in het geval de grafiek van f
1: de x-as in het punt B(-4,0) snijdt en de y-as in het punt C(0,40)
Je weet dat B(-4,0) en C(0,40) op de grafiek van f liggen, dus -8a+b-12 = 0 en b-12 = 40, dus b = 52 en -8a+40 = 0, dus hieruit is a te berekenen.

Gegeven zijn f(x) = ax+3a-12, g(x) = 6x-18 en h(x) = -2x-6
bereken a in het geval:

2: de grafieken van f en g hetzelfde snijpunt met de x-as hebben
3: de grafieken van f, g, h hetzelfde snijpunt met de x-as hebben
2 Bereken eerst waar de grafiek van g de x-as snijdt. Vul deze waarde voor x in in f(x) = ax+3a-12. Uit f(x) = 0 vind je dan de waarde voor a.
3 Merk op dat de grafieken van g en h nooit hetzelfde snijpunt met de x-as kunnen hebben. Je kunt echter wel nagaan voor welke a de grafieken van f en h hetzelfde snijpunt met de x-as hebben.

De lijn P is de verticale lijn door het punt Q(2,0). De lijn P snijdt de grafiek van f in het punt A en de grafiek g in het punt B zo, dat AB=14
4: bereken voor welke a dit het geval is. let op, er zijn twee nogelijkheden
Lijn p is de lijn met vergelijking x = 2, dus A = (2,f(2)) en B = (2,g(2)). Voor de lengte van AB geldt nu: f(2)-g(2) = 14 of g(2)-f(2) = 14. Hieruit is a op te lossen.

5: de grafiek van f(x) = 1/2x+3a snijdt de x-as in het punt A en de y-as in het punt B zo, dat de oppervlakte van driehoek OAB juist 72 is. Bereken a.
Het snijpunt A vind je uit f(x) = 0 en het snijpunt B vind je uit x = 0. OA en OB zijn nu rechthoekszijden van een rechthoekige driehoek OAB met oppervlakte œ·OA·OB = 72. Hieruit is a op te lossen.

@janosch: uit aČ = 16 volgt: a = 4 of a = -4, dus je vindt 2 waarden voor a, niet 1.
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
Met citaat reageren
Oud 21-09-2009, 20:31
janosch
janosch is offline
y=ax+b is een lineaire functie, hoe kom je erbij dat er twee oplossingen zijn? Dat is bij een kwadratische functie als je x wilt berekenen.
a is een getal wat in deze formule hoort, als a -4 zou zijn verplaatst de grafiek gelijk en klopt het dus niet meer...
Ik denk dat je in de war bent
Met citaat reageren
Oud 21-09-2009, 20:39
Tochjo
Avatar van Tochjo
Tochjo is offline
Voor a = 4 wordt de functie f(x) = 4x+8. De grafiek van deze functie gaat door het punt (4, 24).
Voor a = -4 wordt de functie f(x) = -4x+8. De grafiek van deze functie gaat door het punt (-4, 24).
In beide gevallen gaat de grafiek van de functie door het punt (a, 24).
Met citaat reageren
Oud 21-09-2009, 21:15
janosch
janosch is offline
Ja dat zal best, maar in dit geval is de oplossing niet dat a = 4 of a = -4 maar gewoon a=4
het punt zou dan zijn: (2,16)
Met citaat reageren
Oud 22-09-2009, 19:28
OMG?
omg moet je dit allemaal leren bij wiskunde? ik zit nu in de 1ste, ben net overgegaan..
ziet er erg moeilijk uit.
Met citaat reageren
Oud 22-09-2009, 19:52
Tochjo
Avatar van Tochjo
Tochjo is offline
Citaat:
Ja dat zal best, maar in dit geval is de oplossing niet dat a = 4 of a = -4 maar gewoon a=4
De vraag is voor welke waarde(n) van a de grafiek van de functie f(x) = ax+8 door het punt (a, 24) gaat. Om dit te berekenen, los je op f(a) = 24, dus aČ+8 = 24. Daaruit volgt aČ = 16, waaruit volgt a = 4 of a = -4. Zowel voor a = 4 als voor a = -4 gaat de grafiek van de functie door het punt (a, 24), zoals je zelf eenvoudig kunt nagaan, en beide waarden zijn dus een oplossing.

Citaat:
als a -4 zou zijn verplaatst de grafiek gelijk
Ja, maar het punt (a, 24) ligt dan ook ergens anders.

Citaat:
het punt zou dan zijn: (2,16)
Wat je hiermee bedoelt, is me niet duidelijk.
Met citaat reageren
Oud 24-09-2009, 17:37
mathfreak
Avatar van mathfreak
mathfreak is offline
Citaat:
y=ax+b is een lineaire functie, hoe kom je erbij dat er twee oplossingen zijn? Dat is bij een kwadratische functie als je x wilt berekenen.
a is een getal wat in deze formule hoort, als a -4 zou zijn verplaatst de grafiek gelijk en klopt het dus niet meer...
Ik denk dat je in de war bent
Je hebt een vergelijking aČ = 24 - 8, ofwel aČ = 16, waaruit a opgelost dient te worden. Wat krijg je als je dit schrijft als aČ-16 = 0, en als je weet dat aČ-bČ = (a+b)(a-b)?
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 08:13.