Registreer FAQ Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / School & Studie / Huiswerkvragen: Klassieke & Moderne talen
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 02-05-2012, 20:44
MVCR
Hoii

Ik snap er helemaal niks meer van..
Wie kan mij helpen?


Ontleed de volgende zinnen in zinsdelen.

1. De boeken staan in de boekenkast.

De boeken – Onderwerp
Staan – Gezegde
In de boekenkast – Lijdend voorwerp

2. Ik geef mijn hond altijd een stukje worst.

Ik – Onderwerp
Geef – Gezegde
Een stukje worst – Lijdend voorwerp
Mijn hond – Meewerkend voorwerp
Altijd – bijwoordelijke bepaling

3. De wegen waren vroeger veel rustiger.

De wegen – Onderwerp
Waren – Gezegde
Veel rustiger – Lijdend voorwerp
Vroeger – bijwoordelijke bepaling

4. Koken jullie vaak spaghetti ?

Jullie – Onderwerp
Koken – Gezegde
Spaghetti – Lijdend voorwerp
Vaak – bijwoordelijke bepaling

5. Zij geven hun kinderen nooit snoep.

Zij – Onderwerp
Geven – Gezegde
Snoep – Lijdend voorwerp
Hun kinderen – Meewerkend voorwerp
Nooit – bijwoordelijke bepaling

6. Deze typemachine wordt niet veel meer gebruikt.

Deze typemachine – Onderwerp
Wordt gebruikt - Gezegde
Niet- bijwoordelijke bepaling
Veel meer – bijvoeglijke bepaling






7. Wie kan een betoog van twee kantjes schrijven ?

Wie – Onderwerp
Kan schrijven – Gezegde
Een betoog – Lijdend voorwerp
Van twee kantjes – Voorzetselvoorwerp

8. Het vuilnis wordt een keer per week opgehaald.

Het vuilnis – Onderwerp
Wordt – Gezegde
Opgehaald – Lijdend voorwerp
Een keer per week – Meewerkend voorwerp

9. Hij blijft een charmante man.

Hij – Onderwerp
Blijft – Gezegde
Een charmante man – Lijdend voorwerp

10. Waar he jij die brief verstopt ?

Jij – Onderwerp
Heb – Gezegde
Verstopt – Lijdend voorwerp
Die brief – Meewerkend voorwerp
Waar – bijwoordelijke bepaling
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 02-05-2012, 21:33
Sam98
Sam98 is offline
Zo kun je de zinsdelen vinden:
Onderwerp: Wie of wat+persoonsvorm? De persoonsvorm is te vinden door de zin vragend te maken, in een andere tijd te zetten of door hem meervoud te maken. Het woord dat dan verandert is de persoonsvorm.

Gezegde: De persoonvorm plus de andere werkwoorden in de zin, soms aangevuld met woorden als te of aan het.

Lijdend voorwerp: Dit is te vinden door de vraag Wat/wie+gezegde+onderwerp te stellen. Het antwoord erop is het lijdend voorwerp. Niet elke zin heeft dit.

Meewerkend voorwerp: Een meewerkend voorwerp kan met aan of voor beginnen. Als deze woorden er niet voor staan, kun je ze er voor zetten. In zinnen met een meewerkend voorwerp staat vaak een lijdend voorwerp. Is er geen lijdend voorwerp, dan is er ook geen meewerkend voorwerp. Als je aan of voor weglaat of toevoegt moeten meewerkend voorwerp en lijdend voorwerp soms wel van plaats veranderen om een goede zin te krijgen.

Bijwoordelijke bepaling: Een bijwoordelijke bepaling zegt iets over het gezegde. Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen als waarom, wanneer, hoelang, waarheen, waarvandaan, hoe en waarmee.

Bijvoegelijke bepaling: Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Een bijvoeglijke bepaling vind je door te vragen welk/wat voor + het zelfstandige naamwoord (een woord voor een mens, dier, ding, plant of gevoel)?

Voorzetselvoorwerp: Een voorzetselvoorwerp begint altijd met een vast voorzetsel. Een voorzetselvoorwerp komt voor bij werkwoorden met een vast voorzetsel. Het voorzetsel verbindt het voorzetselvoorwerp met het gezegde.

Ik hoop dat het zo wat duidelijker is. Ik zal nog even je zinnen bekijken, en posten of er iets is wat niet klopt.

Laatst gewijzigd op 02-05-2012 om 22:03.
Met citaat reageren
Oud 02-05-2012, 22:02
Sam98
Sam98 is offline
Ik weet niet zeker of alles klopt, maar in ieder geval viel dit me op:

Zin 1:

Lijdend voorwerp. Als je de vraag maakt, wordt dit Wat staan de boeken? of Wie staan de boeken? Op beide vragen geeft de zin geen antwoord. Er is dus geen lijdend voorwerp.
Bijwoordelijke bepaling: Waar staan de boeken? In de boekenkast. In de boekenkast is dus de bijwoordelijke bepaling die de zin wel bevat.
Zin 2:
-

Zin 3:
-

Zin 4:
-

Zin 5:
-

Zin 6:
Bijwoordelijke bepaling: Als je in zin 5 een van de vragen stelt, dan kom ik uit op wanneer. Als je die vraag stelt, krijg je niet veel meer.
Bijvoegelijke bepaling: Wat voor typmachine? Deze typmachine

Zin 7:
Ik twijfel over het voorzetselvoorwerp.

Zin 8:
Gezegde: alle werkwoorden. Opgehaald is ook een werkwoord, dus is het wordt opgehaald.
Lijdend voorwerp: Wat wordt opgehaald het vuilnis? Of: Wie wordt opgehaald het vuilnis? Daarop geeft de zin geen antwoord, dus is er geen lijdend voorwerp.
Meewerkend voorwerp: Omdat er geen lijdend voorwerp is, is er ook geen meewerkend voorwerp.

Zin 9:
-

Zin 10:
Gezegde: alle werkwoorden. Verstopt is ook een werkwoord, dus heb verstopt.
Lijdend voorwerp: De vraag wordt Wat heb verstopt jij? Of: Wie heb verstopt jij? De opbouw is raar, maar er kan wel een antwoord gegeven op wat je hebt verstopt. De brief.
Meewerkend voorwerp: is er niet.
Met citaat reageren
Oud 02-05-2012, 23:04
MVCR
Dankje!
Met citaat reageren
Oud 03-05-2012, 09:34
tel123
Wat mij opviel:

Zin 1: Zoals Sam 89 zei

Zin 3:
“Veel rustiger” is het naamwoordelijk deel (van het gezegde) en niet een lijdend voorwerp, omdat “waren” hier een koppelwerkwoord is.
Hetzelfde geldt voor zinnen als: Ik ben blij -> blij: naamwoordelijk deel; Eva lijkt gelukkig -> gelukkig: naamwoordelijk deel; Hij is groot geworden -> groot: naamwoordelijk deel
Bij koppelwerkwoorden geeft de vraag: “wat ben ik? Wat lijkt Eva” het naamwoordelijk deel van het gezegde aan en dus niet het lijdend voorwerp.

Zin 6: “deze typemachine” is idd het onderwerp zoals je zei.

Zin 7:
`Van twee kantjes` is niet het voorzetselvoorwerp, maar een deel van het lijdend voorwerp. Van twee kantjes zegt iets over het betoog en hoort hier dus bij. Het lijdend voorwerp is dus “een betoog van twee kantjes”. Volgens mij is het trouwens onmogelijk om een voorzetsel voorwerp EN een lijdend voorwerp in ιιn zin te hebben, maar dat terzijde.

Zin 9: een charmante man: naamwoordelijk deel van het gezegde, dezelfde fout als in zin 3

Zin 10: zoals Sam98 zei
Met citaat reageren
Oud 03-05-2012, 13:54
xxaerxx
xxaerxx is offline
Citaat:
Hoii

Ik snap er helemaal niks meer van..
Wie kan mij helpen?


Ontleed de volgende zinnen in zinsdelen.

1. De boeken staan in de boekenkast.

De boeken – Onderwerp
Staan – Gezegde
In de boekenkast – Lijdend voorwerp

2. Ik geef mijn hond altijd een stukje worst.

Ik – Onderwerp
Geef – Gezegde
Een stukje worst – Lijdend voorwerp
Mijn hond – Meewerkend voorwerp
Altijd – bijwoordelijke bepaling

3. De wegen waren vroeger veel rustiger.

De wegen – Onderwerp
Waren – Gezegde
Veel rustiger – Lijdend voorwerp
Vroeger – bijwoordelijke bepaling

4. Koken jullie vaak spaghetti ?

Jullie – Onderwerp
Koken – Gezegde
Spaghetti – Lijdend voorwerp
Vaak – bijwoordelijke bepaling

5. Zij geven hun kinderen nooit snoep.

Zij – Onderwerp
Geven – Gezegde
Snoep – Lijdend voorwerp
Hun kinderen – Meewerkend voorwerp
Nooit – bijwoordelijke bepaling

6. Deze typemachine wordt niet veel meer gebruikt.

Deze typemachine – Onderwerp
Wordt gebruikt - Gezegde
Niet- bijwoordelijke bepaling
Veel meer – bijvoeglijke bepaling






7. Wie kan een betoog van twee kantjes schrijven ?

Wie – Onderwerp
Kan schrijven – Gezegde
Een betoog – Lijdend voorwerp
Van twee kantjes – Voorzetselvoorwerp

8. Het vuilnis wordt een keer per week opgehaald.

Het vuilnis – Onderwerp
Wordt – Gezegde
Opgehaald – Lijdend voorwerp
Een keer per week – Meewerkend voorwerp

9. Hij blijft een charmante man.

Hij – Onderwerp
Blijft – Gezegde
Een charmante man – Lijdend voorwerp

10. Waar he jij die brief verstopt ?

Jij – Onderwerp
Heb – Gezegde
Verstopt – Lijdend voorwerp
Die brief – Meewerkend voorwerp
Waar – bijwoordelijke bepaling
Fijn dat ik niet de enige met problemen ben
Met citaat reageren
Oud 10-05-2012, 18:06
oop
wie kan me helpen met ontleden

1. over de diefstal wilde de politie geen verdere in formatie strekken


2. opa's ogen worden langzaam slechter

3. de hele week hebben studenten uit Gent geprotesteerd tegen de bezuinigingen

4. de marathon loper was na de finish volklomen uitgeput
Met citaat reageren
Oud 10-05-2012, 21:10
Verwijderd
Citaat:
wie kan me helpen met ontleden

1. over de diefstal wilde de politie geen verdere in formatie strekken


2. opa's ogen worden langzaam slechter

3. de hele week hebben studenten uit Gent geprotesteerd tegen de bezuinigingen

4. de marathon loper was na de finish volklomen uitgeput
Probeer het zelf eerst maar eens aan de hand van het tweede bericht hier (van Sam98), daarna corrigeert iemand het wel. We gaan niet je huiswerk maken zonder dat je er zelf wat voor hoeft te doen...
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Huiswerkvragen: Klassieke & Moderne talen Grammatica help!!
Ddv17
2 12-02-2011 21:50
Huiswerkvragen: Klassieke & Moderne talen Help!!! Grammatica
Ddv17
3 26-01-2011 07:53
Huiswerkvragen: Klassieke & Moderne talen hulp nodig van Nederlands grammatica deskundige
robinheijkoop
5 09-10-2008 22:33
Huiswerkvragen: Klassieke & Moderne talen Nederland Grammatica!? Wie wil mij Helpen alleen serieuse reactie graag!
Ilsuuuh
7 16-01-2005 13:31
Huiswerkvragen: Klassieke & Moderne talen Engelse grammatica
Philemon
3 28-09-2003 10:06
Huiswerkvragen: Klassieke & Moderne talen wie wil mij helpen met de turkse grammatica?
renate_loves
3 29-07-2001 19:12


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 19:12.