| 
		
		Hallo,
 kan iemand helpen met deze vragen?
 
 - In een land is 28% van de inwoners linkshandig. In een winkel komen achter elkaar twee klanten binnen.
 1. hoe groot is de kans dat precies één van de drie klanten rechtshandig is? Ik dacht dat het zo moest: P(RLL) = 0,056, maar dit klopt niet?
 
 - Nicolette En Iris spelen een partij tennis met drie sets. De kans dat Nicolette wint is 1/3, de kans dat Iris wint is 2/3.
 1. bereken de kans dat Iris in twee sets wint. Mijn berekening: (2/3)x(2/3) = 4/9 = 0,44
 2. bereken de kans dat Nicole in twee sets wint. Berekening: (1/3)x(1/3) = 1/9 - 0,11
 3. Bereken de kansen op de andere wedstrijdverlopen (dus bijv.: N wint, I wint, N wint etc). Dit snap ik niet goed, aangezien je nu moet werken met drie sets.
 
 Kan iemand dit aub zo eenvoudig mogelijk toelichten?
 Veel dank.
 |