Vroeger toen ik klein was
Vroeger toen ik klein was,
werd ik gisteren nog kapper, en vandaag ineens piloot,
En morgen weer bakker, de week daarna voer ik een boot.
Of ik trouwde dan een prins en kwam te wonen in paleizen,
Of ik werd slim en heel belangrijk en won zomaar alle prijzen.
Of ik voer dan weer die boot en maakte verre wereldreizen.
Vroeger toen ik klein was,
liep ik zomaar tussen de apen, en de leeuwen in het oerwoud
Ik speelde kind, mama en oma ook, gerimpeld en echt stokoud.
Ook ging ik terug in de tijd en vond ik zomaar het wiel uit,
En dan ineens was ik een dokter, met pleisters en een spuit.
Of verzon ik hoe het zijn zou, een jaar of 3000 vooruit.
Vroeger toen ik klein was,
Scheen de zon, was het gras groen en de lucht altijd blauw,
Hielpen kusjes als verbandjes en zei ik vaak, ik hou van jou.
Soms had ik verdriet, maar dan meestal voor heel even,
Want stomme dingen waren vaak de volgende dag al weer vergeven,
En van die grote krokodillen tranen horen bij het jonge leven.
Vroeger toen ik klein was,
Dacht ik was ik maar volwassen, was ik maar de baas van iedereen,
Dan fantaseerde ik dat het voor het zeggen had, ik helemaal alleen.
Nu denk ik aan vroeger toen ik klein was en gewoon van moois genoot,
Toen ik dacht, was ik maar volwassen, was ik eindelijk maar eens groot,
Simpelweg op woensdagmiddag met één been in de goot.
*dancin'angel*
__________________
dans mij door de straten engel van mijn dromen
|