Ik kan kijken,
staren.
De wereld bekijken vanuit andere ogen,
buiten mezelf stappen,
of verbergen.
Maar;
dit onbespaard leed
spint zich een kleed
als een deken van geel satijn.
Vouwt ze zo dan om mij heen
en versterkt de pijn.
Een innig wevend ziel,
geen stof of deken,
pluis van hart, licht op.
Stuifstijgend
en toch niet zwijgend.
Tere ziel nou toch,
zo ineens verloren
kwijtgeraakt,
maar nu
in het echt.
__________________
vows are spoken to be broken, feelings are intense, words are trivial, pleasures remain, so does the pain, words are meaningless and forgettable
|