Daar zat hij, waar hij altijd zat en al altijd had gezeten. Net alsof alles nog hetzelfde was, maar niets was nog hetzelfde. Daar zat hij en alles was anders. Het was hem overkomen, zijn vrouw was gestorven. Ja het was haar overkomen, ze was gestorven.
Hij staarde in de verte, in een diepte, een diepte dieper dan de diepte van zijn eigen ogen. Maar nu waren zijn ogen dood. Hij was dood. Nee zijn vrouw was dood. Waarom voelde hij zich dan dood? Er kwamen geen antwoorden, maar hij verwachtte ook geen. Hij verwachtte niets.
Er was een doodse stilte, je kon zelf de klok in de keuken horen. Het was helemaal niet stil je kon de klok horen. Het was 24 na 10 in de avond. Daar zat hij, nu al 5 uur. Of was het al ochtend?
Hij was verloren. Inderdaad, hij was verloren. Verloren gelopen. Hij was verdwaald. Ze zouden hem zoeken, maar niet vinden hij zal verloren blijven. Tot hij gevonden wordt. Dan zou hij opnieuw leven. (Een leven bij zijn vrouw.)
Daar zat hij, nog steeds was alles anders. Het was logisch dat alles anders was want hij was verloren.
__________________
- I became insane with long intervals of horrible sanity - Poe
Laatst gewijzigd op 09-08-2003 om 22:10.
|