Een verhaaltje getypt door mij(Rhinus en met EmmA als spellingscontrole)..
Het heet:
"I Against I"
WE ARE ALL SICK PEOPLE!!
-Bas
Voor de tweede keer zeg ik: “Gewoon”. Ik zie Sanne’s ogen groter en roder worden. Zo te zien kan ze zich maar net inhouden. Nog een klein tikje en dan slaan haar stoppen compleet door. Maar dat kleine tikje is wel een probleem. Hoe kan ik dat het beste doen? Een keer slaan of haar een schop geven is een optie. Maar ja, ik als fel tegenstander van zinloos geweld kan dat eigelijk niet doen. Gewoon een ouderwets lullige opmerking is waarschijnlijk ook wel genoeg, maar dan moet ik er wel snel ééntje bedenken. Damned, ik weet er geen, dan maar een echt lompe opmerking. “En nog geneukt met je pa?” Dat was zo te zien de druppel. Ze pakt een stoel op en werpt hem naar mijn gezicht. Ik duik weg en schreeuw om hulp. Ik krijg spijt van mijn opmerking. Daar kom ik dus te laat mee. De oorlog is begonnen. Ze pakt de stoel opnieuw op en ze gooit het voorwerp weer naar me toe. Ik beweeg me te laat en de stoel raakt me vol. Ik val op de grond en probeer snel overeind te krabbelen. Ik glij weg en schreeuw. Ze komt steeds dichter bij me staan. Ze pakt haar mes uit haar zak en staat nu precies voor me. Ik ben bang en vrees dat dit de laatste minuut is van mijn leven. Door de angst verlamd lig ik stil op de grond; het enige waar ik nu oog voor heb is voor haar. Ze grijnst me vies aan en ze maakt zich klaar voor de messteek. Dan verbleekt haar gezicht. De tijd lijkt even stil te staan. Ik hoor een enorme knal. Bloed vliegt door de lucht en komt samen met wat stukken bot op de grond. Ik sluit mijn ogen en als ik weer durf te kijken zie ik het. De tranen rollen over mijn gezicht. Ik kniel en kijk verbitterd; ze is dood.
-Sanne
Hij herhaalde het woord. Wat een lul is hij ook en wat zou ik hem graag een ram voor zijn harses geven. Ik kan me nog net inhouden. Er valt een korte stilte en dan maakt hij de lompste opmerking ooit. De beelden flitsen weer voorbij en ik loop zowat over van haat. Ik probeer het uit mijn hoofd te zetten maar het lukt niet. De oorlog is begonnen. Ik pak een stoel op en smijt deze naar de kop van de klootzak. Nog een keer dan. Ik pak de stoel weer op en gooi hem weer. Vol komt de stoel tegen Bas zijn gezicht. Ik hoor een schreeuw om hulp, pak mijn mes en ik loop op hem af. Ik zie de angst in zijn ogen. Ik grijns. Ik voel de adrenaline door mijn aderen stromen en ik beleef denk ik het mooiste moment van mijn leven. Mijn hele lichaam tintelt en alles ziet er fleurig uit. De tijd lijkt langzaam te gaan waardoor ik van alles lekker lang kan genieten. Dan opeens uit het niks hoor ik geluiden die ik niet horen wil. Ik zie de deur bewegen, de schim wijst met zijn geweer naar mij. Een knal…
-Dirk
De dag begint zoals zo vaak de laatste tijd erg slecht. Ik raap de koffiepot op en haal een doek om de koffie uit het de vloerbedekking te deppen. Ik zie al wel dat de witte vloerbedekking helemaal verkloot is, toch probeer ik er nog het beste van te maken. Als het naar mijn mening schoon genoeg is schuif ik weer aan tafel. Ik pak mijn boterham weer op en bijt erin. De smaak valt zoals veel in de wereld erg tegen. Ik blader door de krant en besluit na de sport ook de voorpagina te gaan bekijken. “DODEN BIJ STEEKPARTIJ VOOR DISCO” Ik lees het artikel door en kom tot de conclusie dat er steeds vaker mensen vermoord worden om heel erg kleine dingen. Het slachtoffer keek de dader fout aan en werd overhoop gestoken. Ik sta op, pak mijn revolver en ga op weg naar mijn werk…
Die middag onder de lunch praten Maarten en ik over het geweld van de laatste tijd. We vinden dat het moet stoppen maar we weten niet hoe we dat voor elkaar moeten krijgen. De deur gaat open en onze baas stapt binnen. We krijgen te horen dat er een ongeluk is gebeurd op de A50. We staan op en stappen in onze auto. Als we bij de plaats van het ongeval aankomen zie ik dat er een man agressief om zich heen staat draaien. Ik waarschuw Maarten en vraag of hij de man wil gaan kalmeren. Ik ga ondertussen met de andere bestuurder praten…
Op de weg terug kijken we allebei strak voor ons uit. Ik iets strakker dan hij, hij moet ook nog een beetje op de weg letten. Weer terug op het bureau slenter ik naar mijn bureau en plof op de stoel die daarvoor staat. Ik tuur wat vooruit. De minuten verstrijken en ik sta op en ga naar huis…
Ik stap uit de auto en loop naar het huis van mijn broer. Ik kijk even door het raam, er is niemand te zien. Ik loop naar de achterdeur en kijk of deze open is. Ik druk de klink naar beneden en duw de deur open. Niemand is in de keuken, dus ik loop verder naar de kamer. Ik hoor een iets . Dan een schreeuw om hulp. Ik pak mijn revolver en ren het geluid achterna. Ik gooi de deur open en sta oog in oog met Sanne die een mes in haar hand heeft. Ze lijkt klaar te staan om mijn broer te vermoorden. Ik tril maar haal snel de trekker over. Ze valt. Ik sluit mijn ogen en doe snel een schietgebedje. Als ik weer kijk zie ik de tranen over Bas zijn gezicht rollen. Hij zit geknield en kijkt verbitterd. Ze is dood…
[Dit bericht is aangepast door Rhinus (30-10-2001).]
|