Registreer FAQ Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / School & Studie / Huiswerkvragen: Exacte vakken
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 14-04-2004, 17:24
AlCoHoLLiC
AlCoHoLLiC is offline
Normaal ben ik nie zo fanatiek in school maar aangezien dit PO waarschijnlijk van mij overgang afhangt vraag ik jullie of 1 van jullie het na kan kijken,.,

komtie:

Nadat ik alle benodigde stoffen en materialen had verzameld ben ik begonnen aan de proef.
Als eerste heb ik de buret grondig doorgespoeld met natriumthiosulfaat (Na2S203) daarna heb ik de pipet van de buitenkant schoongespoeld met water.
Toen heb ik de H202 via een trechter in de maatkolf (100ml) gedaan, hierbij heb ik nagespoeld tot 100 ml zodat de H2O2 10* verdund was.
Deze oplossing heb ik geschud en toen heb ik 5 minuten gewacht..
Na het wachten heb ik 25Ml van de oplossing gepipetteerd met een pipet die al twee keer was door gespoeld met deze oplossing. Toen heb ik nog 25ml K2 afgemeten en bij deze oplossing toegevoegd.

Toen kon ik beginnen aan mijn titratie, ik zorgde ervoor dat mij beginstand precies 0 was
Na 23.53 getitreerd te hebben sloeg mijn kleur om, nadat Mr. Verburg mij erop geattendeerd had dat ik het suikerwater was vergeten was mijn definitieve eindstand 28.33 Ml.. en keerde de zwartbruinige kleur niet meer terug.

De berekening

Een goede berekening begint met de reactie, hier onder staan mijn reacties.

Als eerste de halfreacties optellen:

H2O2 + 2 H+ + 2 e- + 2 I- = 2 H2O + I2 + 2 e-


Aan beide kanten staan 2 e- deze mag ik wegstrepen van elkaar zodat mijn uiteindelijke reactie wordt:


H2O2 + 2 H+ + 2 I- = 2 H2O + I2

thiosulfaat is een reductor, ik heb de I2 van daarnet nog over, dat is een oxidator. Ook staat deze boven de reductor thiosulfaat in de tabel, dus de reactie kan verlopen.

Halfreacties:

I2 + 2 e- = 2 I-
2 S2O3- = S4O62- + 2 e-

Nu de halfreacties optellen en de dingen die aan beide kanten hetzelfde zijn wegstrepen, dat zijn weer de elektronen.
Dan krijg ik dit:

I2 + 2 S2O3- = 2 I- + S4O62-

De molariteit (M) van thio is een bekend gegeven, namelijk 0.00995 mol/liter. Het
aantal mol S2O3- kunnen we hieruit berekenen dmv een kruistabel.
(28.33 * 0. 00995) / 1000 = 2.81 * 10-4 mol

Het aantal moleculen I2 is 2x minder dan het aantal moleculen S2O3-. Het
aantal mol I2 is dus gelijk aan (2.81 * 10-4/ 2 =) 1.41 * 10-4 mol.

Uit de formule blijkt dat het aantal mol I2 gelijk is aan het aantal mol H2O2.
Het aantal mol H2O2 is dus (ook) 1.41 * 10-4 mol

Deze 1.41 *10-4 mol zit in 25 ml dus (1.41 * 10-4) / (25 * 10-3) = 0.00564 M

Ik had 3.04569 gram opgelost in 100 ml, nu bereken ik hoeveel mol H2O2 er dan in die 100 ml zit.

Dus: 100 * 10-3 * 0.00564 = 5.64 * 10-4mol H2O2
De molaire massa van H2O2 is 34.01, het aantal gram H2O2 de oplossing bedraagt dan: 5.64*10-4 mol * 34.01 is 0.01918 gram H2O2 in de oplossing.
Het totaal was 3.04569 gram dus 3.04569/0.01918 * 100= 1.58 %
__________________
<<<<<<??BieRtJe??>>>>>>
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 14-04-2004, 18:10
De Veroorzaker
Avatar van De Veroorzaker
De Veroorzaker is offline
Citaat:
AlCoHoLLiC schreef op 14-04-2004 @ 18:24 :
Normaal ben ik nie zo fanatiek in school maar aangezien dit PO waarschijnlijk van mij overgang afhangt vraag ik jullie of 1 van jullie het na kan kijken,.,
bespaar je de moeite, je zakt op Nederlands
__________________
Welcome to your mom's house!
Met citaat reageren
Oud 14-04-2004, 18:52
nienie
Avatar van nienie
nienie is offline
Ten eerste: het was handiger geweest als je even had vermeld wat het doel van de proef was, uit je verhaal wordt het niet direct duidelijk. Je moet dus vóór de uitvoering een "doel van de proef" of "onderzoeksvraag" zetten. Kennelijk is het doel van de proef het massapercentage berekenen van de H2O2 in de stof die je hebt opgelost.

Bij de uitvoering moet je echter wel een lijst van benodigde materialen maken, lijkt me. Hierin staan o.a. buret, pipet, maatkolf, etc. maar ook de gebruikte stoffen met hun molariteit. Het verschilt natuurlijk per leraar, maar ik moest dit altijd doen bij m'n scheikunde verslagen.
Citaat:
Nadat ik alle benodigde stoffen en materialen had verzameld ben ik begonnen aan de proef.
Overbodige opmerking.
Citaat:
Als eerste heb ik de buret grondig doorgespoeld met natriumthiosulfaat (Na2S203) daarna heb ik de pipet van de buitenkant schoongespoeld met water.
Een pipet spoel je toch aan de binnenkant? En ik neem aan dat je gedemineraliseerd water gebruikte voor het spoelen...
Citaat:
Toen heb ik de H202 via een trechter in de maatkolf (100ml) gedaan, hierbij heb ik nagespoeld tot 100 ml zodat de H2O2 10* verdund was.
Hoeveel H2O2 heb je gebruikt? Later vermeld je hoeveel gram het is, maar dat moet je hier ook al doen!
Citaat:
Deze oplossing heb ik geschud en toen heb ik 5 minuten gewacht. Na het wachten heb ik 25Ml van de oplossing gepipetteerd met een pipet die al twee keer was door gespoeld met deze oplossing. Toen heb ik nog 25ml K2 afgemeten en bij deze oplossing toegevoegd.
K2? Bestaat dat? Als ik me deze proef goed herinner was het kaliumjodide-oplossing (KI), dat zou ook logisch zijn aangezien je later beweert dat er I- in het mengsel aanwezig is.
Citaat:
Toen kon ik beginnen aan mijn titratie, ik zorgde ervoor dat mij beginstand precies 0 was
Na 23.53 getitreerd te hebben sloeg mijn kleur om, nadat Mr. Verburg mij erop geattendeerd had dat ik het suikerwater was vergeten was mijn definitieve eindstand 28.33 Ml.. en keerde de zwartbruinige kleur niet meer terug.
Suikerwater? Wij gebruikten zetmeel, maar waarschijnlijk bedoel je hetzelfde...Maar ik zou fouten niet in de uitvoering vermelden. Zeg gewoon dat je suikerwater hebt toegevoegd en dat de kleuromslag tijdens de titratie plaatsvond bij 28,33 mL. Bij een eventuele reflectie kan je vermelden welke eventuele fouten je gemaakt kan hebben.
Citaat:
De berekening

Een goede berekening begint met de reactie, hier onder staan mijn reacties.
Dit is wel een echte schoolmeesterzin; laat dat alsjeblieft weg! Leg wel even uit wat je doet en welke reactie dit is, nu begin je direct met een reactievergelijking zonder enige informatie. Je kan hier ook weer vermelden dat de oxidator sterk genoeg is om met de reductor te reageren en dat de reactie daarom verloopt.
Citaat:
Als eerste de halfreacties optellen:

H2O2 + 2 H+ + 2 e- + 2 I- = 2 H2O + I2 + 2 e-


Aan beide kanten staan 2 e- deze mag ik wegstrepen van elkaar zodat mijn uiteindelijke reactie wordt:


H2O2 + 2 H+ + 2 I- = 2 H2O + I2
Het ligt er maar weer aan hoe je het geleerd hebt: ik zou de halfreacties apart vermelden en deze optellen en gelijk de e- wegstrepen: het spreekt voor zich dat deze weggestreept worden. Vergeet de fase-aanduidingen in de reactievergelijkingen niet! Bovendien moet er geen =teken staan maar een pijltje!
Citaat:
thiosulfaat is een reductor, ik heb de I2 van daarnet nog over, dat is een oxidator. Ook staat deze boven de reductor thiosulfaat in de tabel, dus de reactie kan verlopen.
Beter is: "bij de eerste reactie is I2 ontstaan" en "I2 is sterk genoeg als oxidator om met de reductor thiosulfaat te reageren"
Citaat:
Halfreacties:

I2 + 2 e- = 2 I-
2 S2O3- = S4O62- + 2 e-

Nu de halfreacties optellen en de dingen die aan beide kanten hetzelfde zijn wegstrepen, dat zijn weer de elektronen.
Dan krijg ik dit:

I2 + 2 S2O3- = 2 I- + S4O62-
Zie het commentaar bij de vorige reactie.
Citaat:
De molariteit (M) van thio is een bekend gegeven, namelijk 0.00995 mol/liter. Het
aantal mol S2O3- kunnen we hieruit berekenen dmv een kruistabel.
Zou ik weglaten, in feite zou je het nu zonder dat 'truukje' moeten kunnen, dus vermeld het gewoon niet.
Citaat:
(28.33 * 0. 00995) / 1000 = 2.81 * 10-4 mol thiosulfaat

Het aantal moleculen I2 is 2x minder dan het aantal moleculen S2O3-. Het
aantal mol I2 is dus gelijk aan (2.81 * 10-4/ 2 =) 1.41 * 10-4 mol.
Pardon? In de scheikunde rekenen we niet met aantallen moleculen, maar met de chemische hoeveelheid in mol! Mol is niet hetzelfde als molecuul. Zeg in plaats daarvan bijvoorbeeld: "de molverhouding I2 : S2O3- is 1:2 dus er reageert (2.81 * 10-4/ 2 =) 1.41 * 10-4 mol I2 met de thiosulfaat.
Citaat:
Uit de formuleeerste reactievergelijking blijkt dat het aantal mol I2 gelijk is aan het aantal mol H2O2.
Het aantal mol H2O2 is dus (ook) 1.41 * 10-4 mol
Zie commentaar hierboven.
Citaat:
Deze 1.41 *10-4 mol zitis opgelost in 25 ml dus de molariteit is (1.41 * 10-4) / (25 * 10-3) = 0.00564 M

Ik had 3.04569 gram opgelost in 100 ml, nu bereken ik hoeveel mol H2O2 er dan in die 100 ml zit.

Dus: 100 * 10-3 * 0.00564 = 5.64 * 10-4mol H2O2
De molaire massa van H2O2 is 34.01, het aantal gramde massa van H2O2 deper oplossing bedraagt dan: 5.64*10-4 mol * 34.01 is 0.01918 gram H2O2 in de oplossing.
Het totaal was 3.04569 gram dus 3.04569/0.01918 * 100= 1.58 % [/B]
Dat laatste moet omgedraaid worden (0,01918/3,04569). Verder is de berekening goed. Of alle uitkomsten ook kloppen weet ik niet, dat heb ik niet nagerekend, maar de manier waarop klopt in elk geval.
Met citaat reageren
Oud 15-04-2004, 14:25
nienie
Avatar van nienie
nienie is offline
Als ik zoveel moeite voor je doe, kan je op z'n minst bedankt zeggen he...
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 19:24.