Je antwoorden zijn inderdaad niet correct. Laten we eerst meneer Van Dale erbij halen:
- na·ti·o·na·lis·me (het ~)
1 voorliefde voor het nationale => chauvinisme
2 het streven naar nationale zelfstandigheid
Uit de bovenstaande definities kunnen we zoiets opmaken als dat nationalisme een bewondering, verlangen en streven omvat van gedeelde cultuur, normen en waarden van een bepaalde groep mensen, met als doel een staat te verwerkelijken die alleen gereserveerd is voor deze gedeelde cultuur, normen en waarden.
Met andere woorden: een groep cultureel gelijkgestemde mensen (natie) streeft ernaar een staat te stichten geheel en alleen op basis van deze culturele gelijkgestemdheid.
Let op: een staat betreft dus iets anders dan een natie. Een staat is omlijnd door echte, geografische grenzen, zoals de grens tussen Nederlands en Belgisch grondgebied.
Een natie duidt op een volk of groep mensen die sociaal en cultureel met elkaar gebonden zijn. Een voorbeeld: de Koerden. De Koerden hebben geen staat, geen eigen grondgebied en dergelijke, maar vormen als groep mensen wel een natie, een sociaal en cultureel gebonden groep.
Wanneer is sprake van nationalisme? Als een natie streeft naar zelfstandigheid. Anders gezegd: een natie streeft naar het zo mogelijk samenvallen van de natie met de staat - naar het samenvallen van de grenzen van de natie met die van de staat.
Als we weer de Koerden als voorbeeld nemen: zij streven als natie naar een eigen grondgebied en dus een staat.
Dit streven noem je nationalisme.
De antwoorden die jij hebt gegeven, zijn geen tekenen van hedendaags nationalisme. Het zijn eerder voorbeelden van 'gezond' patriottisme.
Weer even meneer Van Dale:
- pa·tri·ot·tis·me (het ~)
1 vaderlandsliefde
De breedgedragen uitingen naar aanleiding van landelijk voetbal betreffen in deze context uitingen van sociale cohesie (samenhang) onder Nederlanders. Op zo'n moment voelen alle Nederlanders zich even 'een'. Wij houden van ons land en dragen dat uit naar andere landen. Hier gaat het dus om vele verschillende groepen mensen binnen een staat, die in de geest van landelijk voetbal hun verschillen even opzij zetten.
Dit heeft weinig van doen met nationalisme. We streven niet naar een zelfstandige staat, noch betreft het een sociaal en culturele eenheid. Dat laatste kan natuurlijk wel, maar is in dit geval niet zo.
Evenzo is het met Koninginnedag. Ook hier gaat het om soortgelijke sentimenten als bij landelijk voetbal.
De beide voorbeelden die jij geeft, zijn dus voorbeelden van vaderlandsliefde (patriottisme), liefde voor de staat, die komen van verschillende culturele en sociale groepen in die staat. Wat echter gevraagd is, zijn voorbeelden te geven van uitingen van sociaal en cultureel eenvormige groepen mensen, die streven naar een zelfstandige staat voor hun natie.
Wat zijn voorbeelden hiervan? Hiervoor hoef je alleen een aantal groepen mensen te bedenken, die op grond van eigen gestelde sociale en culturele overeenkomsten streven naar een eigen staat. Bijvoorbeeld de Koerden. Bijvoorbeeld de Israeli's. En dichter bij huis: neonazi's.
Tot zover mijn uitleg. Ik hoop dat het iets duidelijker is
NB: de voorbeelden die jij geeft, zijn overigens goede voorbeelden van wat men 'ventielzeden' noemt. Deze laten zich omschrijven als 'geïnstitutionaliseerde vormen van normoverschrijding'. In normaal Nederlands betekent dit zoiets als dat het bepaalde plaatsen en momenten zijn, waarop het geaccepteerd is de norm te overschrijden. Denk hierbij aan het lossere gedrag van mensen op Koninginnedag, maar ook bijvoorbeeld aan festivals, waarbij lallend en zuipend gedrag en afwijkende kleding voor even geaccepteerd worden.