Advertentie | |
|
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
Dat zou hetzelfde zijn als zeggen 'de temperatuur van de baby is gelijk aan de lengte' als hij 37 graden celcius en 37 cm lang is. Oftewel: hier wordt tegelijkertijd beweerd dat a=b en a=/=b. |
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
De laatste zin van Mephostophilis kan dan beter geschreven worden als A=B maar [A] != [B] |
![]() |
|
![]() |
sqrt(5) is irrationaal:
stel, er zijn 2 gehele getallen a,b, met ggd(a,b)=1 zo dat geldt a/b=sqrt(5). =>a2/b2=5 =>a2=5b2 dus 5 is een deler van a2. Omdat 5 een priemgetal is, komt 5 dus voor in de priemfactorontbinding van a2. Voor elk kwadraat geldt echter dat elke priemfactor een even aantal keer in de priemfactorontbinding voorkomt (voor dit bewijs, zie: http://forum.scholieren.com/showthre...light=kwadraat). Dat wil zeggen dat 5 ook een deler is van a, maar dan is 25 een deler van a2=5b2 conclusie: 5 is een deler van b2 en dus ook van b. In tegenspraak met ggd(a,b)=1, dus deze a,b bestaan niet Voor 3*sqrt(7), kun je volgens mij zeggen dat 3*sqrt(7) slechts rationaal is als sqrt(7) dit ook is (de rationale getallen vormen een lichaam, dus na vermenigvuldiging van 2 elementen in dit lichaam, zal de uitkomst ook in dit lichaam voor moeten komen (het lichaam is gesloten onder vermenigvuldiging)): zeg sqrt(7)=a/b met a,b gehele getallen en ggd(a,b)=1, neem voor 3*sqrt(7)=3*a/b. Bestaan deze a en b niet, dan dus ook geen 3*a en b. Voor sqrt(7) kan dezelfde tegenspraak worden afgeleid als voor sqrt(5) Hetzelfde geldt voor sqrt(2) + sqrt(3), alleen gebruik je nu de eigenschap van het lichaam Q dat het gesloten onder optelling is. Laatst gewijzigd op 14-07-2004 om 18:32. |
![]() |
||||||
Citaat:
Citaat:
Citaat:
Om te bewijzen dat 3*sqrt(7) en sqrt(2) + sqrt(3) irrationale getallen zijn hoef je alleen maar te bewijzen dat sqrt(7), sqrt(2) en sqrt(3) irrationale getallen zijn. Daaruit volgt dan automatisch dat dat 3*sqrt(7) en sqrt(2) + sqrt(3) ook irrationale getallen zijn. Citaat:
We gaan terugrekenen met het algoritme van Euclides om x en y te vinden: 81=1*64+17 64=3*17+13 17=1*13+4 13=3*4+1. Nu rekenen we terug: 1=13-3*4 =13-3(17-1*13)=4*13-3*17 =4(64-3*17)-3*17=4*64-15*17 =4*64-15(81-64)=19*64-15*81, dus x=-15 en y=19 is een oplossing. Bekijk nu de vergelijking 81*x+64*y=0. Deze heeft x=-64*t en y=81*t als oplossing. Tel deze x en y bij de andere op, dan heeft 81*x+64*y=1 de algemene oplossing x=-64*t-15 en y=81*t+19. Citaat:
dus 2*x+2*y-x*y=2*x+y(2-x)=0, dus 2*x=-y(2-x). Er moet gelden: x,y>0, dus -y(2-x)>0, dus 2-x<0, dus x>2. Stel x=2+t met t>0, dan geldt: 4+2*t=-y*-t=y*t, dus t(y-2)=4. Voor t=1 vinden we: x=3 en y=6, voor t=2 vinden we: x=y=4, voor t=4 vinden we: x=6 en y=3. Dit zijn tevens de enige 3 mogelijke gehele oplossingen.
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
Laatst gewijzigd op 14-07-2004 om 19:09. |
![]() |
||
![]() |
Citaat:
|
![]() |
|
|