Ik neem niet aan dat je dit echt leert op de universiteit. Ik iig niet (wiskunde aan de rug).
Ik weet niet of dit in jullie verslag komt, maar het ik zou het aanbevelen om het iig even te hebben over:
N - natuurlijke getallen: (0),1,2,3,4,5.... (0 mag erbij)
Z - gehele getallen: .....-3, -2, -1, 0, 1, 2, 3....
Q - rationele getallen: een breuk van gehele getallen bijv. -3/4
R - reele getallen: rationele getallen plus getallen die niet als een breuk te schrijven zijn: zoals sqrt(2), pi, e enz.
C - Complexe getallen. Ehmm kan ik niet zo uitleggen, maar ff op google zoeken vind je wel een uitgebreide uitleg. De belangrijkste eigenschap is i^2 =-1. En zover ik me kan herrinneren is dit getallenstelsel niet geordend, maar dat kan vast wel iemand uitleggen die het al wel snapt (ben pas eerstejaars en krijg het in een paar week

)