We nemen samen afscheid, een glimlach.
In de vaas op tafel blijven bloemen staan.
Liefdesbloemen, ik zie hun knoppen sluiten
en ik slik. Je kust me voor de laatste keer gedag.
Ik slaap, ik slaap, ik droom van jou
nu het donker, koud en zwart, me omsluit.
De dag bevriest tot lange nacht.
Bloemen sterven in de kou.
Dat ik blij moet zijn dat jij verdween,
want zoute tranen laten rode vlekken zien
van alles wat ik ooit van jou verdroeg,
zeggen de mensen om me heen.
Ik denk aan hoe jij bloemen kocht, voor mij
en dat je me nooit meer liet gaan,
nooit meer, dat zei je toen...
Ik trek de dorens uit mijn hart, mijn zij.
Jij sloeg me met een bloem.
Laatst gewijzigd op 25-10-2004 om 14:40.
|