In een vuurrode waas kijk ik hoe jouw lippen zich krullen en een paar woorden vormen. Ze krullen zich nog verder en trekken kloofjes in je gezicht. Je buigt je voorover en drukt hen op een ander paar. De vuurrode waas wordt bloedrood terwijl mijn hart zich ongenadig in stukken scheurt, bloed uitbraakt dat zich als tranen op mijn gezicht vormt.
Wat een destructief genoegen voel ik toch door jou te blijven fixeren en mijn hart zo aan meer en meer vlijmscherpe messen prijs te geven. Stilletjes hoop ik dat het zich niet meer herstellen zal, zodat het ook nooit meer aan stukken gereten kan worden.
Bloed, mijn hart, en maak het gevoelloos voor jouw lippen.
Was niet zeker of ik er een gedicht of een stukje van moest maken. Daarom heb ik ze allebei gemaakt.
Zomaar ontbranden,
Daar ben ik goed in.
Elke lach, elke aanraking
Stookt me op tot een
Waar vuurfestijn
Tot het leegbloedt
Door ijskoude
Messen.
__________________
Niets is helemaal waar en zelfs dat niet.
Laatst gewijzigd op 01-09-2005 om 12:08.
|