Eenzaam en alleen zit ik voor mij uit te staren,
genietend van de rook van mijn sigaret.
Proberend de gebeurtenissen van de laatste maander te verklaren,
nachtmerries, durf niet naar bed.
De woestijn, heuvelachtige bergen, de sterren en de maan,
de eindeloze ruimte, de stilte het gefluister van de wind
De vrede zo ver weg, lichtjaren bij ons vandaan,
de zon komt op, een volgende helse dag begint
Eens lang geleden zij de wereld; dit nooit meer,
miljoen doden, steden verbrand,
En toch gebeurd het weer, keer op keer
en ben ook ik in die hel beland.
Oorlog, de waanzin de angst, het gevecht,
iedereen die er is geweest zal het nooit vergeten.
Wij zijn goed, zij zijn slecht,
de onzin, iedereen door haat bezeten.
Een bevolking door haar in tweeen gescheurd,
vrouwen kinderen door hun eigen familie vermoord.
Waarom kan dit? is dit gebeurd?
de hele wereld is gewoon gestoord.
Ik vraag me wel eens af, zal de mensheid het ooit gaan leren,
vrede, het meest kostbare wat er bestaat.
Elkaar in hun waarde laten, en elkaar respecteren,
oprechte interesse hoe het een ander vergaat.
Ooit lang geleden deed ik er vrolijk aan mee,
de gevolgen van mijn daden mogen er zijn.
De spijt zoals gewoonlijk te laat,
blijft alleen over de nutteloze pijn.
|