Ik ren door de bedrukte straat,
het bloed stroomt uit de ramen
langs de slapen van het beest
dat zich in mij genesteld heeft
dat zingt "Ik zal je niet verwoesten lief"
maar al veel verder is dan dat.
Geef ik mijzelf over aan de genummerde schlagerzangers
terwijl de hoeren vanuit het putje
hun rioollucht verkopen, kijkende hoe ik,
ik langzaam het konijnenhol betreed?
Nee, ik weiger en ik konkel,
dus grijp me vast aan oude dingen;
verslavende herinneringen
die het daglicht nooit meer zien.
Geef mij de drank, de drugs, de dood.
Want ik vrees enkel mij en mijn wezen.
__________________
Ben ik weer.
|