Citaat:
prrr ta li loe schreef op 22-12-2004 @ 14:06 :
dat lijkt mij ook ja, ik vind het alleen zo frappant dat de verkrijger onder algemene titel dan ondanks het feit dat hij te goede trouw is als niet te geode trouw wordt aangemerkt omdat zijn voorganger dat was.
|
Dat valt wel mee, vind ik. Als dat namelijk wel zo zou zijn, dan zou je de situatie krijgen dat de termijn voor extinctieve verjaring verkort wordt op het moment dat de zaak onder algemene titel overgaat van een bezitter te kwader trouw op een bezitter te goeder trouw. Dat is dan misschien vanuit het oogpunt van de 'opvolger te goeder trouw' niet zo sympathiek, maar vanuit het oogpunt van de eigenaar des te meer.
Die heeft immers normaal gesproken de hele extinctieve verjaringstermijn om de zaak te revindiceren van de bezitter te kwader trouw. De bezitter te kwader trouw zou dat dan heel eenvoudig kunnen frustreren door de zaak over te geven aan iemand die niet weet dat hij de zaak te kwader trouw onder zich heeft. Daar nu steekt art. 3:102 een stokje voor, door te eisen dat voor een doorlopende verkrijgende verjaring zowel de bezitter als de verkrijger onder bijzondere titel te goeder trouw moeten zijn.
Eventueel zou de uiteindelijke verkrijger nog wel kunnen proberen om via de derdenbescherming eigenaar van de zaak te worden, maar dan zou hij - bij een geslaagd beroep - eigenaar worden door overdracht en niet door verkrijgende verjaring.