Ik schilder het witte licht
dat nu moet gaan stralen,
maar nog geen seconde later
duikt de droge droogte weer in.
Met mijn kraag tot ver over mijn oren,
hoofd naar binnen,
loop ik stug verloren,
vloekend, huilend wat wordt
verruild voor een vreemde lach.
Dit huis al voor de derde keer
en niet wetend waar wat is,
tuimel ik door de diepzwarte nacht.
De rose bruist nog in mijn oren,
want wanneer de stoep m'n gezicht aait,
heb ik verloren,
van jou, lieve ochtend.
En, wat vind jij er nou van?
Laatst gewijzigd op 30-12-2004 om 20:20.
|