Woorden draaien door
als in een wervelwind gevangen
die de volgorde ruw verstoort.
Vlagen van gedachten
wapperen door haar hoofd.
Verward, verdraaid, verwrongen,
van alle waarheid beroofd.
Mensen om haar heen,
het zijn allemaal onbekenden.
Dat kleine kind, die oude man,
ze kan ze niet herkennen.
Haar wereld is gesloten,
de sleutel weggegooid.
Niemand komt meer binnen,
niemand, nergens, nooit.
Door de wind in slaap gesust,
Stapt ze dromend uit 't leven
en vindt zo eind'lijk haar welverdiende rust.
__________________
Non-actief
Laatst gewijzigd op 25-05-2005 om 15:49.
|