Advertentie | |
|
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
Met stukje van 'dan hadden ze me niet kunnen raken' bedoel ik dat als ze een isoleercel hadden gehad, ze dan geen last zou hebben gehad van andere mensen die haar zouden kunnen raken (denk aan pesten of iets in die richting) omdat ze dan helemaal alleen zou zijn. Maar nu ik het zo overlees en uit probeer te leggen klinkt het idd een beetje vaag. |
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
En ik ben ook heel benieuwd hoe ik het verder laat gaan ![]() |
![]() |
|
Verwijderd
|
Oke, het vervolg.
Ik heb het eigenlijk nog niet overgelezen, dus er kunnen best wat spel- en typefouten tussen zitten, sorry daarvoor. Graag commentaar ![]() __ Toen ik er net was had ik wel hoop, hoor. Alles zou anders worden en deze keer zou het écht goed gaan. Dat had ik haar ook beloofd, maar zoals negentig procent van alle beloftes die ik ooit in mijn leven had gedaan, kwam ik deze ook niet na. In het begin zat het me echt dwars, maar naarmate er meer dingen mis gingen, werd dit steeds verder naar de achtergrond van mijn brein gedrukt. Net zolang tot het me volkomen koud liet. Het was immers haast vanzelfsprekend dat het zo zou gaan. Dat werd me ook meer dan eens verteld. En zo werd het steeds donkerder. Donkerder in mijn hoofd en donkerder in het gebouw. En, oh, wat kreeg ik er een hekel aan. Dat rot gebouw met zijn muren, zijn ramen en deuren die altijd openstonden en niemand die in de gaten had hoe koud het er was. Niemand die wist hoe koud ík het had. __ Ik hoor haar de trap op lopen en de badkamerdeur opendoen. Het ijskoude water stroomt nu inmiddels over haar polsen. Dat is haar ritueel, je kunt er de klok op gelijk zetten. Water over haar polsen, water in haar gezicht en het slikken van de pijnstillers. Altijd iets meer dan op de gebruiksaanwijzing staat, alsof ze hoopt dat het dan echt zal helpen, terwijl ze weet dat geen enkel medicijn gemaakt is voor de bestrijding van zóveel pijn. __ Natuurlijk was het niet alleen de schuld van het gebouw, net zomin als dat het allemaal míjn schuld was. Ik durfde te wedden dat als de anderen er niet waren geweest, het een stuk beter zou zijn gegaan. Zij waren het die me dagelijks tot wanhoop dreven en er voor zorgde dat ik me afzonderde, ver van hen en alles wat aan hen herinnerde. Niet bij de kapstokken, want daar hingen hun jassen, niet buiten, want daar stonden hun fietsen en nog erger: daar stonden zij. Ik liet het gebeuren, dat wist ik ook wel. Ik was er zeker van dat er iets aan mij was dat er voor zorgde dat het zo ging, dat het al-tijd zo ging. Al vanaf mijn vierde verjaardag en de enige die in die tijd hetzelfde was gebleven was ik. Dat was dus duidelijk. __ Zachtjes hoor ik het sluiten van haar slaapkamerdeur, nu komt ze naar beneden en zet ze thee of gaat ze koken. Dat ligt aan het tijdstip, dus vandaag wordt het thee. __ Over rituelen gesproken, het gebouw had er ook een paar. Of beter gezegd, de mensen erin hadden er een paar verzonnen waar het noodgedwongen aan mee moest doen, net zoals de anderen en ik. Het was altijd hetzelfde liedje, dezelfde mensen, dezelfde rotzooi die ze iedere keer op dezelfde wijze wilde voorkomen en altijd dezelfde ontsnappingspoging die altijd op dezelfde manier mislukte. En daar zat ik dan met als enige troost de sigaretten die ik trouw bij me droeg. In die tijd moest ik roken, ik kon niet anders. Aan de ene kant omdat de beklemmende ruimte me ertoe dwong, maar aan de andere kant wilde ik ook solidair zijn: als ik daadwerkelijk degene was die het gebouw aan de rand van de afgrond had gebracht leek het me niet meer dan eerlijk dat ik mezelf verstikte in een rookwolk die me rust gaf. En me uiteindelijk eeuwige rust zal geven. __ Op die rust wacht ik overigens nog steeds. Ik wacht op het kraken van de trap, de voetstappen in de gang en uiteindelijk het fluiten van de ketel, maar er komt niets. Rustig probeer ik adem te halen en niet in paniek te raken, maar het feit dat zij naar al die jaren afwijkt van haar ruzie routine voorspelt niet veel goeds. __ Dat was toen ook al zo. Wanneer ik tijdens verplichte festiviteiten de dans probeerde te ontspringen, werd ik altijd gepakt en alleen neergezet in een kamer, als een soort hoofdverdachte wachtend op het verhoor. En dat kwam er ook. Altijd. Tot die ene keer dat ze alleen de deur voor openhielden. Ook toen bekroop me langzaam het gevoel dat er hier iets aan de hand was wat niet goed uit zou pakken. Maar voor wie, dat was me nog niet bekend. In eerste instantie snapte ik het niet, waarom het nu ineens anders ging dan die vele keren daarvoor. En ik vroeg het, maar ze gaven geen antwoord! Later begreep ik hun motief, ze hadden me laten gaan. Ze hadden me laten gaan, omdat ze wisten dat het niet meer goed zou komen. Ze wisten dat het geen zin meer had. En ik mocht niet meer terugkomen. __ Ik open de slaapkamerdeur en ergens had ik het al verwacht. Dat wat ik niet tegen haar kan zeggen, heeft ze begrepen: het is zinloos en ze heeft mij eindelijk laten gaan. De trap kraakt onder mijn voeten als ik naar beneden loop om thee te zetten. Want rond deze tijd drinkt ze altijd thee. Altijd. |
Advertentie |
|
![]() |
|
|
![]() |
||||
Forum | Topic | Reacties | Laatste bericht | |
Verhalen & Gedichten |
Nog even zonder titel Gagne | 1 | 18-12-2006 14:11 | |
Verhalen & Gedichten |
[schrijfsel] Zonder Titel Zut Alors! | 7 | 30-06-2005 18:55 | |
Verhalen & Gedichten |
Titels Verwijderd | 7 | 16-02-2005 16:53 | |
Verhalen & Gedichten |
zonder titel annia | 1 | 04-10-2004 21:45 | |
Verhalen & Gedichten |
[verhaal] Zonder titel ananas15 | 5 | 30-07-2003 09:25 | |
Huiswerkvragen: Cultuur, Maatschappij & Economie |
WIM T SCHPPERSS, Verslag of informatie over ZONDER TITEL | 1 | 27-02-2001 16:18 |