|
Ik ben verdrietig, apathisch, neerslachtig, bedroefd, bedrukt, triest, treurig, desolaat, droevig, ongelukkig, neerslachtig, somber, zwartgallig, noodlottig, lethargisch, sip, bedremmeld, mistroostig, beteuterd, mismoedig, teneergeslagen - ben het antwoord op veel vragen.
Ik ben kwaad, grimmig, woest, boos, nijdig, verbolgen, vertoornd, wrevelig, bars, kregelig, giftig, venijnig, kribbig, vergramd, razend - op hoop (en) dromen azend.
Want ik ben teleurgesteld, gedesillusioneerd, onbevredigd, ontgoocheld, onvoldaan - men spreekt wel vaker over de nutteloosheid van mijn bestaan.
Ik ben bang, angstig, schrikachtig, bevreesd, benard, angstvallig, benauwd, vreesachtig, beducht - wel vaker in mijn andere zelf vlucht.
Ik ben verliefd, verkikkerd, verzot, belust, stapel, genegen, gehecht, verknocht - vergeten wat ik nu eigenlijk zocht.
Ik ben vreemd, merkwaardig, onbegrijpelijk, onverklaarbaar, raar, buitenissig, onbekend, curieus, afwijkend, zonderling, opmerkelijk, ongewoon, excentriek, ongekend, abnormaal, buitengewoon - het is niet zo wat ik ben is wat ik toon.
Ik ben ik, mezelf, mij, niet hij, evenmin zij, soms wij - soms ook iemand anders, en wat ben jij?
Laatst gewijzigd op 08-06-2006 om 20:11.
|