Ok, de kern. Het onderste getal is het atoomnummer, en het atoomnummer is altijd gelijk aan het aantal protonen. Het aantal protonen is dus ook kenmerkend voor een atoomsoort want dat aantal is bij elke atoomsoort anders. De kernlading is het aantal protonen x 1+e. De lading van de protonen is dus positief.
Het bovenste getal is het massagetal. Je weet waarschijnlijk dat de massa van zowel een proton als een neutron 1u is.
Als je van het bovenste getal, het massagetal dus, het aantal protonen aftrekt, is de uitkomst het aantal neutronen.
Buiten de kern heb je nog de elektronenwolk. De massa hiervan hoef je niet mee te rekenen in de berekening van hoeveel protonen en hoeveel neutronen er in de kern zitten, want de massa is zo klein dat die er niet toe doet. Het aantal elektronen en het aantal protonen in een atoom zijn gelijk. De lading van de elektronenwolk is het aantal elektronen x 1-e, elektronen zijn dus negatief geladen.
Omdat er evenveel negatief geladen elektronen zijn als positief geladen protonen, is de lading van het gehele atoom Altijd neutraal.
Voorbeeld:
59 Ni
28
Het atoom bevat 28 protonen. De massa van ieder proton is 1u. Massagetal - aantal protonen = 59-28=31=aantal neutronen, want ieder neutron weegt ook 1u en het gewicht van elektronen doet er niet toe. Je hebt dus nu 31 neutronen en 28 protonen.
Aantal elektronen is gelijk aan aantal protonen, dus er zijn ook 28 elektronen. That's about it, geloof ik.
__________________
I am Jack's wasted life.
|