Hoi allen..
EGIDIUSLIED
refrein:
Egidius, waer bestu bleven
Mi lanct na di, gheselle mijn.
Du coors die doot, du liets mi tleven.
Dat was gheselcap, goet ende fijn:
Het sceen teen moeste ghestorven sijn.
(dat we samen zouden sterven)
Nu bestu in den troon verheven
Claerre dan der zonnen scijn;
Alle vruecht es di ghegheven
(refrein)
Nu bid vor mi, ic moet noch sneven
(voortstrompelen)
Ende in de weerelt liden pijn.
Verware mijn stede di beneven
(mijn plaats naast jou)
Ik moet noch zinghen een liedekijn
Nochtan moet emmer ghestorven sijn
(toch moeten allen sterven)
(refrein)
---
De VRAAG is... drie tegenstellingen tussen de beide strofes.. Ik heb bedacht:
strofe 1: Gaat over (het leven en de dood van) Egidius
strofe 2: Gaat over (het leven van) de geliefde ná de dood van Egidius
strofe 1: Heeft een positieve inhoud (“gheselscap, goet ende fijn (…) Claerre dan der zonnen scijn; Alle vruecht es di ghegheven.”)
strofe 2: Heeft een negatieve inhoud (voort moeten strompelen; pijn lijden in de wereld)
kan iemand mij op weg helpen richting het zien van een derde tegenstelling????????
Bedankt alvast!
Groeten
Noor