[Filosofie po]

De opdracht is:

Onderzoek in hoeverre de mens een bewust waarnemend, nadenkend en handelend persoon is. Betrek in je onderzoek de opvatting dat communicatieve processen, waaronder intieme relaties en arbeid, wezenlijk zijn voor de totstandkoming van een eigen identiteit en een authentieke omgang met anderen.

Je moet de hoofdvraag/deelvragen structuur aanhouden. Nou moet ik eerlijk bekennen dat de opdracht maar half duidelijk is voor mij. Het boek legt het allemaal zo ingewikkeld uit .

Ik heb hulp nodig.. heb tot nu toe alleen de deelvragen eruit weten te persen.

- Maakt de maatschappij de mens of is het andersom?
- Is de mens eerder een nadenkend, waarnemend of handelend persoon?
- Wat heeft er uiteindelijk het meeste invloed op een mens, school of werk?
- Is gedrag aangeboren of aangeleerd?
- Kan je een levenshouding hebben die rekening houdt met jouw eigen belangen én met de belangen van anderen?


Zijn dit goeie deelvragen die aansluiten bij het onderwerp? Of weet iemand betere? En zoals je ziet, heb ik ook geen hoofdvraag kunnen bedenken. Hulp, please..?

[Boef]

Je kan verschillende hoofdvragen bedenken. Bijvoorbeeld:
- In hoeverre is de mens een bewust waarnemend, nadenkend en handelend persoon?
- In hoeverre zijn communicatieve processen belangrijk voor de vorming van een eigen identiteit en omgang met anderen?

Of je kan van de hoofdvraag een stelling maken en zo een betoog schrijven.

In deze po zal de nadruk liggen op communicatie. Hierbij moet je je afvragen of je zonder communicatieve processen een eigen identiteit kan vormen, of normaal om kan gaan met anderen. Je kan je ook afvragen in hoeverre verbale communicatie hierbij van belang is. En of de mens wel of niet bewust communiceert. Denk hierbij aan lichaamstaal.

Succes!

Kijk, dat is tenminste duidelijk . Dankjewel!

SENSASIAN schreef op 18-01-2007 @ 15:52 :
De opdracht is:

Onderzoek in hoeverre de mens een bewust waarnemend, nadenkend en handelend persoon is. Betrek in je onderzoek de opvatting dat communicatieve processen, waaronder intieme relaties en arbeid, wezenlijk zijn voor de totstandkoming van een eigen identiteit en een authentieke omgang met anderen.

Je moet de hoofdvraag/deelvragen structuur aanhouden. Nou moet ik eerlijk bekennen dat de opdracht maar half duidelijk is voor mij. Het boek legt het allemaal zo ingewikkeld uit .

Ik heb hulp nodig.. heb tot nu toe alleen de deelvragen eruit weten te persen.

- Maakt de maatschappij de mens of is het andersom?
- Is de mens eerder een nadenkend, waarnemend of handelend persoon?
- Wat heeft er uiteindelijk het meeste invloed op een mens, school of werk?
- Is gedrag aangeboren of aangeleerd?
- Kan je een levenshouding hebben die rekening houdt met jouw eigen belangen én met de belangen van anderen?


Zijn dit goeie deelvragen die aansluiten bij het onderwerp? Of weet iemand betere? En zoals je ziet, heb ik ook geen hoofdvraag kunnen bedenken. Hulp, please..?

Hou in je achterhoofd dat je aan het eind van je tekst niet per sé een antwoord hoeft te hebben. Dat kan in dit geval ook, omdat hier bewustzijn in het spel is - een uiterst ongrijpbaar fenomeen.

Als ik dit zo lees, dan is het doel van je opdracht om een stuk te schrijven over de vorming identiteit in relatie tot anderen. Het gaat immers om hoe relaties met anderen een mens sturen in zijn denken en handelen.

Dat lijkt mij een goed uitgangspunt voor een hoofdvraag: hoe definiëren anderen je identiteit als mens?

Vrijheid is daar zeker ook een belangrijk element in. Probeer de vrije zelfbeschikking er dus ook in te verwerken.

Probeer deze vraag niet te breed te maken, maar baken het af. Bijvoorbeeld door twee bekende filosofen of filosofische stromingen over deze kwestie. Licht de stromingen toe, zet de plussen en minnen tegen elkaar af, en kom dan tot een conclusie.

Ik zou me zeker niet wagen aan sturende vragen als "Maakt de maatschappij de mens of is het andersom". Daar zul je niet zo een twee drie een antwoord op weten te vinden. Hou het simpel.