Dirk,
We hebben 21 meetwaarden.
Je hebt een gemiddelde uitgerekend.
En zoals je zelf al aangaf, zijn er 20 vrijheidsgraden.
We moeten nu in feite de gemiddelde afwijking berekenen.
Omdat afwijkingen positief of negatief kunnen zijn, mogen we ze niet zonder meer optellen.
Daarom bepalen we het gemiddelde van het kwadraat van de afwijkingen.
Uiteraard moeten we dan op het eind de wortel nemen van het resultaat, om de standaardafwijking (ofwel standaarddeviatie) te krijgen.
En omdat het aantal vrijheidsgraden 20 is, moeten we delen door 20 en niet door 21.
Even de stapjes in de juiste volgorde:
De meetwaarden zijn: 30, 4, 15, ...
Afwijking t.o.v. gemiddelde is dus: 2.143, -23.857, -12.857, ...
Kwadraat daarvan is dus: 4.592, 569.163, 165.306, ...
Als je die 21 getallen optelt krijg je ...
Als je dat deelt door het aantal vrijheidsgraden krijg je ...
Als je tenslotte de wortel daarvan neemt, krijg je als standaarddeviatie ...
|