[SK] De evenwichtsvoorwaarde

Ik zit al een tijdje met die evenwichtsvoorwaard in me hoofd. Ik weet wat het inhoud en hoe je ermee rekent. Waar ik mee zit is dat ik nog steeds niet precies snap hoe je weet welk van de 2 reacties in het voordeel is.

Als de teller of de noemer groter is dan veranderd de evenwichtsconstante, maar daaruit snap ik niet hoe je kan ophalen welk van de 2 reacties nou in het voordeel is en hoe het evenwicht verschuift.

Ik hoop dat jullie het duidelijk kunnen uitleggen.

[gijsss]

Simpel voorbeeld, je hebt de reactievergelijking

A + B <=> 2C

voor de evenwichtsconstante geldt dan:

[C]^2 / [A][B] = K

Ik neem aan dat je dit snapt.

Je kunt je wel voorstellen dat als K toeneemt door een verandering in de temperatuur, dat de Teller Toeneemt, en de noemer afneemt.
Ik snap niet helemaal wat je bedoelt met 'in het voordeel zijn van een reactie', maar als de reactie in de teller toeneemt zal het evenwicht door de temperatuursverandering naar rechts verschuiven en dus 'in het voordeel' zijn.

gijsss schreef op 19-06-2007 @ 11:42 :
[B]Simpel voorbeeld, je hebt de reactievergelijking

A + B <=> 2C

voor de evenwichtsconstante geldt dan:

[C]^2 / [A] = K

Ik neem aan dat je dit snapt.

Je kunt je wel voorstellen dat als K toeneemt door een verandering in de temperatuur, dat de Teller Toeneemt, en de noemer afneemt.
Ik snap niet helemaal wat je bedoelt met 'in het voordeel zijn van een reactie', maar als de reactie in de teller toeneemt zal het evenwicht door de temperatuursverandering naar rechts verschuiven en dus 'in het voordeel' zijn.

Stel nou dat een reactie in evenwicht is. En je voegt aan de stoffen A, B en C bijv. 2 mol toe. Hierdoor zal C veel groter worden dan AB en daardoor wordt de K veel groter.

Ik weet niet of ikhet goed zeg. Maar doordat er meer van de stof C is verloopt de reactie van rechts naar links sneller en ligt het evenwicht naar rechts. De reactie van rechts naar links is dus in het voordeel?

[sdekivit]

als geldt K = [C]² / ( [A] * [B] )

nu geldt dat als ik bijvoorbeeld 2 mol C toevoeg, de teller groter wordt aangezien [C] toeneemt

hierdoor neemt K toe, maar een evenwicht zal zo verscuiven dat de verandering ongedaan wordt. Met andere woorden: het systeem wil terug naar de oorspronkelijke situatie met een gelijke K

--> K moet dalen. Dat kan alleen als [C] afneemt en [A] en [B] toenemen.

Dus het evenwicht verschuift naar links, aangezien de reactie naar A + B sneller gaat lopen dan naar C.

Stel: K = [NO2]² / ([NO]²*[O2])

ik verhoog de druk op het systeem 2x wat overeenkomt met een verhoging van de concentraties 2x:

--> de teller zal nu een effect hebben waardoor deze 2^2 = 4x toeneemt
--> de noemer zal nu 2^2 * 2 = 8x toenemen.

resultaat: K zal afnemen. Maar het evenwicht wil dit voorkomen, dus zal K moeten toenemen.

[NO] en [O2] zullen dalen en [NO2] zal stijgen zodat K stijgt. De reactie zal dus naar de kant van NO2 verschuiven (en dus naar rechts)

als je dit consequent kunt toepassen en snapt wat het evenwicht zal gaan doen dan heb je heel het concept evenwicht te pakken.