Het socratisch gesprek voer je door te blijven vragen naar het fundament waar je iets op baseert. Telkens door blijven vragen dus.
Als Socrates vraagt, 'wat is dappperheid?' en er wordt geantwoord 'nou hercules vind ik een dapper persoon', dan ga je doorvragen.
- Waarom is Hercules dapper?
Omdat hij mensen redt en helpt.
- Is het redden en helpen van mensen het enige wat iets of iemand dapper maakt?
Nou nee, bijvoorbeeld ook een flink uitdaging aangaan, zoals het bevechten van een mytisch monster.
- Dus het helpen en redden van mensen en flinke uitdagingen aangaan is wat iets of iemand dapper maakt?
En zo steeds doorgaan met als doel om een sluitende definitie of een fundament te vinden.
Alleen kwamen de meeste mensen in de socratische gesprekken daar niet toe. Zij eindigde in een aporie, in onwetendheid. Dit omdat wat zij voorheen bv. als dapperheid zagen, nu uiteindelijk niet bleek te kloppen.
Maar juist deze aporie (denk aan een porie in je huid, doorlatendheid) zorgt ervoor dat de basis wordt gelegd om een nieuwe definitie, een nieuw fundament te vinden.
Er moet eerst een volledige destructie plaatsvinden van de foute overtuiging. Zij dient afgebrand te worden en dan pas kan er op de vruchtbaar overgebleven grond iets nieuws geplant worden.
|