[NA] Natuurkunde theorie vraag

hallo mensen!

ik heb een vraag. Ik moet namelijk bij de volgende opdracht een theorie bij bedenken. Ik heb heel veel mensen gevraagd en me docent wil het me niet uitleggen (ik moet het zelf uitzoeken) maar ik snap het gewoon niet!

Hierbij de opdracht:

Inleiding
Als je een kogel wegschiet vanaf de grond dan hangt de afstand waarop de kogel de grond treft af van de hoek waaronder de kogel is weggeschoten. De bedoeling is dat je een kogel steeds met dezelfde afstand wegschiet en de hellingshoek verandert.

Het doel is te bepalen hoe de afstand van de hellingshoek en of de theorie hierover klopt

Benodigdheden
Schiettoestel met kogel, statief, rolmaat, carbonpapier en wit papier, geodriehoek, veerunster.

Aanwijzigingen/opdrachten
1. Je zult eerst van de veer in het schittoestel de veerconstante moeten bepalen. Doe dat met de veerunster. Meet ook de massa van de kogel op. Bepaal uit deze gegevens de snelheid waarmee de kogel steeds wordt weggeschoten in de x-richting en een in de y-richting, afhankelijk van de hellingshoek. (Dit heb je dus nodig voor je theorie).
2. Stel zoveel mogelijk verschillende hellingshoeken in en bepaal de afstand waarop de kogel weer neerkomt.
3. Bepaal uit je metingen de snelheid waarmee de kogel in werkelijkheid wegschiet.
4. Bepaal het rendement van de veer (energie die je erin stop t.o.v. de energie die je eruit haalt).

Kan iemand me helpen? Ik ben erg wanhopig!! Alvast superbedankt!

kusjes s.

[ILUsion]

De bijhorende beweging die je zou moeten uitkomen is een parabool, lijkt me. Volgens de horizontale heb je een eeparig rechtlijnige beweging (in de veronderstelling dat je kogel zo goed als direct op snelheid komt), in de verticale richting telt ook je zwaartekracht nog mee, zodat je in die richting een eneparig versnelde/vertraagde beweging krijgt.

Als je nu je beginsnelheid van je kogel ontbindt in een x- en y-component (via de hoek waaronder je schiet, met sinussen/cosinussen), krijg je via respectievelijk de formules voor een ERB en EVB je antwoord. Ik ga ze hier niet overnemen, maarik meen me te herinneren dat je bij 45° je absoluut maximale lengte bereikt (hoe dichter je hoek bi 90° t.o.v. de horizontale ligt, hoe minder ver je gaat, maar hoe hoger. Bij minder dan 45° ga je wel vrij ver vliegen, maar niet hoog gaan, zodat je al relatief snel weer tegen de grond plakt.

Ik hoop dat je niet met gewone kogels gaat werken, want daarvoor gaat dat niet opgaan. De reden hiervoor is simpel: een geweerskogel beweegt zich voort aan heel hoge snelheden, zodat je eigenlijk al heel ver kan geraken en waar je dan tegen het probleem aanloopt dat die kogel eigenlijk niet eenparig rechtlijning beweegt (je hebt nog wrijving van de lucht bv.; en op een korte afstand maakt dat niet zo uit, maar op lange afstanden natuurlijk wel: een kogel vaalt ooit wel stil, wat je met een eenparig rechtlijnige beweging veronderstelt dat de kogel nooit of te nimmer zal stilvallen).

Als je verder nog vragen hebt, stel gerust. Ik heb nu enkel geen zin om de bijhorende formules te gaan opschrijven, vermits ik gok dat je die zelf wel in je cursus hebt staan.

Hallo,

Dankjewel voor je reactie! Ik heb niet de geweerskogel gebruikt, maar een soort van kogeltje hoor!
Ik heb nu een ander probleem, ik heb dus nu gemeten, en ik moet nu eigenlijk zelf de snelheid bepalen.
Kan ik dan gewoon de formule van de veerconstante = kinetische energie,
want bij de eerste opdracht
(Je zult eerst van de veer in het schittoestel de veerconstante moeten bepalen. Doe dat met de veerunster. Meet ook de massa van de kogel op. Bepaal uit deze gegevens de snelheid waarmee de kogel steeds wordt weggeschoten in de x-richting en een in de y-richting, afhankelijk van de hellingshoek. (Dit heb je dus nodig voor je theorie).)
moet ik alles gaan meten dat heb ik dan gedaan.
daar kwam een kracht van 6,8 N uit (van de veer) bij 1 cm (uitrekking) en de massa van de kogels is 16,7 g.
dus moet ik toch de formule F=c x u gebruiken en de kinetische energie, omdat het omgezet wordt in een beweging.
dus (F=c x u)=0,5mv²
6,8x1= 6,8N= 0,5x16,7xv²
v=wortel van (6,8/8,35)

klopt dit?

gr. samira

De snelheid kun je inderdaad bepalen aan de hand van behoud van energie.