hllo, ik kan de volgende vraag niet uitvoeren, kan iemand mij ermee helpen?
Code:
6. Bij tomaten is het allel voor ronde vruchten dominant over dat voor langwerpige
vruchten. Het allel voor gladde vruchten is dominant over dat voor fluweelachtige
vruchten. Bij de kruising van twee tomatenrassen ontstaat een uniforme Fl.
Door zelfbestuiving van de Fl ontstaat de volgende F2:
75 planten met ronde, fluweelachtige tomaten;
148 planten met ronde, gladde tomaten;
72 planten met langwerpige, gladde tomaten.
Wat is het fenotype van de twee gekruiste tomatenrassen?
A. rond, glad x rond, glad
B. rond, glad x langwerpig, fluweelachtig
C. rond, fluweelachtig x langwerpig, glad
D. langwerpig, fluweelachtig x langwerpig, fluweelachtig
ik dacht:
- de verhouding ronde en langwerpge is: 3:1
- de verhouding gladde fluweelachte: 3:11
dus de genotypen van de ouders moet zijn : AaBb
en wat moet ik nu doen?
ik weet niet hoe ik aan de antwoord moet komen
Code:
antwoord uit van de docent: C. rond, fluweelachtig x langwerpig, glad
kan iemand me mee helpen aub
alvast bedankt,
groeten, Halil