Gemaakt in een rotbui met de enorme behoefte 't te delen. Nu ook wel een beetje bang voor overwegende negativiteit. Maar aangezien het ook om typ- en/of schrijfkunsten gaat, bij deze toch de vraag of jullie als eerbare letteraars jullie mening willen geven.
Iets richting een einde kon ik er op dit punt trouwens niet echt meer bij maken. Suggesties voor een weg naar de afronding zijn ook welkom.
-------------
Het zichtbaar krijgen van de titel heeft al zo lang gekost dat ik het waarschijnlijk al kwijt ben. Is het niet daardoor, dan wel door het feit dat deze laptop mijn schoot en vruchtbaarheid nu flink aan het opwarmen is, terwijl ik ermee bij kaarslicht op een veranda zit.
Hetgeen waar ik jullie overigens mee wilde verblijden was iets wat LUH-3417 ooit classificeerde als 'breezersl*tjesgezeik. Wat ook volkomen waar was en ik vrees dat dit nu niet anders zou kunnen zijn, puur omdat het over ik, mij en mijzelf gaat. En nu is het ook nog eens zo dat deze uiterst interessante hoofdpersoon op dit moment even niet zoveel snapt van de wereld en wat hij wil. Net zo min snapt hij hoe de blinde typekunsten nu opeens wel waar lijken - tot hij er weer bij na moest gaan denken.
Afijn, waar ik heen wilde was denk ik toch bovenstaande titel. Allereerst moet ik kwijt dat ik niet zo'n fan ben van Engels gecombineerd met Nederlands. Anyway, de Engelsche taal verwoordde voor mijn gevoel toch mooier de onmacht en het begeerte. ' Als ik kon, dan zou ik', of ' Als ik het kon, dan zou ik het', klinken of lezen voor mijn gevoel wat houterig. Vandaar dus.
Verder gaat het eigenlijk letterlijk om wat er staat, betreffende, wederom, ik mij en mezelf.
Ik kan het eventueel - maar dat zal ik achteraf ongetwijfeld vernemen - ook gewoon opsommen en in een brief naar mezelf schrijven maar het voelt toch altijd lekker om positieve en op dit moment zelfs negatieve aandacht te trekken. Alles is goed. Anything 'll do.
Allereerst betreft het vrouwen. In de praktijk ben ik aardig monogaam en dat is ook wat ik het liefst zou zijn. Gevoelsmatig, voor zover dat uit te leggen valt dan. Maar dan komt het...Begeerte, chickies kijken, ' ik zou 'r doen' posten op geenstijl.nl bij Keeley Hazell of die 16 jarige Australische die de wereld rond wil zeilen met haar charismatische foto. En dan nog al die vrouwen om me heen. Meisjes, dames, noem het maar en ik wil het. Noem het maar en bij mij rijst het besef dat ze een mooi koppie, mooie vormen en al wat er nog bij hoort heeft. Daar zou ik dan wel een beschuitje mee willen eten. Ik zou 'r wel doen. Jaja.
Kijken hoort er bij zegt iedereen, maar toch staat het me tegen van mezelf. Kan ik die poespas niet achterwege laten en gewoon vast aan een gouden huwelijk beginnen zonder enig besef dat de wereld meer herbergt? Nee dat kan niet. Dat zeggen mijn hormonen die alles aanwijzen dat de eer heeft uitgerust te zijn met een vrouwelijk geslachtsorgaan. Jammer jongen.
Ik wil zo graag dat ik zelfs mijn eigen geaardheid al even in twijfel trok. Heb ik misschien stiekem iets te bewijzen?
Ik zou nu, ondanks dat vrouwen me bezig houden, toch door willen naar het volgende dat ik al dan niet snap. De keus ligt bij Geld of Politiek. Allebei zou ik uiteraard drastisch veranderen.
Maar voor ik het vergeet nog even een slot: Als ik gevoelsmatig monogaam kon zijn, dan zou ik gevoelsmatig monogaam zijn.
Nu door naar Politiek. Als ik Balkenende kon vertellen dat hij het niet goed doet, dan zou ik Balkende vertellen dat hij het niet goed doet. Sterker nog, ik zou schreeuwen tot ik medelijden met 'm kreeg. Vervolgens zou ik afhaken omdat ik zelf ook niet weet hoe het dan wel moet. Ik zou 'm wel vragen waarom 'de burger' het zuur krijgt en Hare Koninklijke Hoogheid een soort van opslag. Geef dan een goed voorbeeld. Sta je mannetje. Toon moed!
Wat me tevens op geld brengt. Waar makkelijker iets over te zeggen is, omdat politiek toch nooit goed is. Geld snap ik niet, omdat ik er, net als met mijn hormonen, gewoon niet mee om kan gaan, blijkbaar. Geld vliegt eruit en ik zie en begeer het bijna net zo vaak als al die mooie vrouwen. Daar komt bij dat alles geld kost en dat ik, net als iedereen sinds ik verder en verder boven de 18 kom, mijn centjes besteed bij de Albert Heijn of een dergelijke verkoopfabriek. Er is geen ontkomen aan wat tevens, zich bij bovenstaande aansluitend, een gigantisch cliché is. Net als dat geld weer eens niet gelukkig maakt maar dat je zonder dus bar weinig brood op de plank hebt of krijgen kunt. Los van de vraag of we, wij, of ik wellicht, slaven zijn van dit systeem, vraag ik mijzelf soms wel af of het niet anders kan. Kan dat nou niet anders?
Het antwoord zal wel zijn dat het zonder een gedwongen systeem van terreur en communisme of juist rechts extremisme, niet anders kan. Zouden we het sowieso zo ver laten komen?
Aangezien die vraag verder niet relevant is, ga ik verder. Ons volgende onderwerp betreft sociale structuren. Allereerst de basisschool. Toonbeeld van een prachtige hiërarchie met een persoon genaamd 'juffrouw' of 'meester' niet zelden onderaan de voedselketen. Wat overigens ook niet zelden, voor zover ik de praktijk ken, de schuld is van de juffrouw of meester. Los daar van, om verder te gaan op de voedselketen, staan er leerlingen boven- en onderaan. En er is natuurlijk een vrij neutraal, van twee walletjes etend midden. Onderdaan is het niet zo druk. Er is daar plaats voor een man of twee tot drie, nog min een persoon die het bevoegd gezag voorstellen moet. In het midden is het druk. Dat zijn normale mensen. Boven is het uiteraard weer rustig. Als het om aantallen gaat dan, want de grootste mond of de grootste angst bepaald in dit segment heel sterk welke plek je inneemt. Opvallend is wel dat het gemeenschapsgevoel bovenin minstens zo sterk is als onderin. Terwijl in het midden meerdere mogelijke subgroepen heersen met een bijbehorende wisselende graad van cohesie. Dit is een klein beetje van bovenaf bepaald.
Maargoed, hoe het verder werken zal moge jullie duidelijk zijn; het is zelfs tussen kutkotertjes van acht al eten of gegeten worden. Ook al weten ze misschien nog niet allemaal wat er gebeurd, iedereen heeft al een feilloos gevoel voor wat er wel en niet kan en het recht van de sterkste is ook al volledig van kracht. Evenals de zowel ongeschreven als ongesproken regel dat men uit de buurt van besmette lieden moet blijven.
En om dan te komen op wat ik weer even niet begrijp: Hoe kunnen die kindertjes al zoveel weten van sociale spelletjes? Hoe komt het dat het dan, zeg groep vijf, al zo belangrijk is om te oefenen met begrippen als zondebok, slachtoffer en ook zeker slachtofferrol en uiteraard totalitair heerser, staatsgreep en corruptie. Punt, vraagteken?
En hoe krijg ik nou vat op al deze teringzooi?