Advertentie | |
|
![]() |
|
![]() |
oke bedankt,
Ik heb nog niks over quantamachinica ofso gehad ![]() ![]() en ook niks over schillen, en ook nog niet over wat jij zei: 2-8-8 enz. Maar klopt het dus dat chloor 1 elektron en waterstof 1 elektron naar het midden gaat om een gemeenschappelijk paar te vormen omdat ze allebei covalentie 1 hebben? Maar als ze nou op mijn toets vragen, teken ...... In iedergeval iets met atomen, waar moet ik dan op letten zodat ik weet hoeveel streepjes ik moet hebben? Moet je daar ok naar de covalentie kijken? groetjes |
![]() |
||
Citaat:
Zoals ook al bij Etheen voor gedaan is: C2H4. Elke C wil 4 elektronparen (streepjes), elke H wil er 1. Dus vanuit elke H gaat er 1 streepje naar de C's. Dat zijn 2 streepjes per C. Allebei de koolstof-atomen willen dan nog 2 elektronparen erbij, dus die kunnen ze goed met elkaar vormen. Je krijgt dan dus 2 streepjes tussen de C's en vanuit allebei 1 streepje naar elke H. ![]()
__________________
Mathematicians are like Frenchmen: whenever you say something to them, they translate it into their own language, and at once it is something entirely different
|
![]() |
|
![]() |
oke helemaal top, super duidelijke uitleg!!!
Dus je moet gewoon kijken wat de 1 wil, en wat de ander wil, en dan zeg maar een tekeningetje erbij maken. Maar N2 heeft covalentie 3, dus daarom krijgt die n met 3 streepjes en dan weer n toch? En CO wordt dan: C wil 4 streepjes, O wil er 2, dus dan krijg je: O dubbel streepje C dubbel streepje O toch? |
![]() |
|||||
Citaat:
Citaat:
Citaat:
![]() Citaat:
![]()
__________________
Mathematicians are like Frenchmen: whenever you say something to them, they translate it into their own language, and at once it is something entirely different
|
![]() |
||
Citaat:
Nog 3 mogelijkheden: ![]() Ze kloppen allemaal echter niet precies met hoe het molecuul er echt uitziet. Dus ga vooral hier je hoofd niet over breken ![]()
__________________
Mathematicians are like Frenchmen: whenever you say something to them, they translate it into their own language, and at once it is something entirely different
|
![]() |
||
Citaat:
![]()
__________________
Mathematicians are like Frenchmen: whenever you say something to them, they translate it into their own language, and at once it is something entirely different
|
![]() |
|
![]() |
stel, je hebt HCl...
Ga ervan uit dat de covalentie van Chloor 5 is, en van waterstof 1. Als ze dan een gemeenschappelijk paar vormen... Dan vormt ze toch een gemeenschappelijk elektronen paar van -6? Want chloor stelt er dan 5 beschikbaar en waterstof dan 1? en blijft er bij chloor dan aan de rand van het atoom nog 17-5=12 elektronen achter? En zit dat gemeenschappelijke paar echt in het midden van de atomen? groetjes |
![]() |
|
Nee want waterstof wil helemaal geen 5 elektronen, waterstof wil er maar 1, en kan er ook maar 1 geven. Dus die zal ook maar 1 elektronenpaar vormen. Als chloor een covalentie van 5 zou hebben zou het dus maar moeten zien waar het de andere elektronen vandaan haalt
![]() Overigens zou Chloor als het een covalentie van 5 zou hebben waarschijnlijk geen covalente binding, maar een ion-binding vormen met 3 waterstof-atomen. Chloor kan dan namelijk makkelijker 3 electronen afstaan dan er 5 bijhalen. In dat geval zou chloor een lading van +3 hebben en daardoor aangetrokken worden door de -3 van de waterstof-atomen (-1 per atoom) ![]() Maar waarschijnlijk kun je van dit verhaal ook helemaal niks volgen dus raad ik je nogmaals aan binnen de gebaande paden te blijven en niet theoretische gevallen uit te denken die veels te ingewikkeld voor je worden ![]()
__________________
Mathematicians are like Frenchmen: whenever you say something to them, they translate it into their own language, and at once it is something entirely different
|
![]() |
|
Ja kijk naar de covalentie:
H: 1 Cl: 1 N: 3 C: 4 Dus krijg je bijvoorbeeld: CH4 (4 elektronenparen, 1 per waterstof allemaal naar de koolstof) HCl (1 elektronenpaar tussen H en Cl) N2 (3 elektronenparen, allemaal tussen stikstofatomen, er is ook niks anders) NH3 (3 elektronenparen, 1 per waterstof allemaal naar de stikstof) H2 (1 elektronenpaar, tussen de 2 waterstof-atomen) Cl2 (1 elektronenpaar, tussen de 2 chloor-atomen)
__________________
Mathematicians are like Frenchmen: whenever you say something to them, they translate it into their own language, and at once it is something entirely different
|
![]() |
|
Het aantal electronen wat een atoom deelt (dus niet afstaat) is gelijk aan de covalentie. C deelt dus 4 electronen met de atomen er omheen, waterstof 1. Om nu te zorgen dat koolstof toch 4 electronen kan delen (4 electronenparen kan vormen), moeten er dus 4 waterstof-atomen zijn om mee te delen (want die hebben samen ook 4 electronen te delen).
Je gaat als atoom natuurlijk niet je electronen delen als je er niks voor terug krijgt ![]() C deelt er 4, dus wil ook dat andere atomen er 4 delen. Dit kan je doen door er nog een stof aan te hangen die 4 electronen deelt (niet echt een practisch voorbeeld van), of 2 die er 2 delen (2 zuurstofatomen bijvoorbeeld ->CO2), of 4 die er 1 delen (4 waterstof atomen bijvoorbeeld->CH4)
__________________
Mathematicians are like Frenchmen: whenever you say something to them, they translate it into their own language, and at once it is something entirely different
|
![]() |
|
Dan binden er dus 4 van die atomen met covalentie 1 aan 1 atoom met covalentie 4, zodat elk atoom met covalentie 1, 1 electronenpaar heeft en elk atoom met covalentie 4, 4 electronenparen. Ik kies allebei!
![]()
__________________
Mathematicians are like Frenchmen: whenever you say something to them, they translate it into their own language, and at once it is something entirely different
|
![]() |
||
Citaat:
Mijn scheikundeleraar wilt de verbinden nog wel eens voorstellen als 'handjes'. C heeft vier handjes, O heeft er twee. En als ze elkaar 'vasthouden', dan willen ze álle handjes vol. Heb je dus één C dan wil hij twee Otjes, zodat hij al z'n vier handen vol heeft (en de Otjes elk hun twee handen). Heb je echter Htjes, dan hebben die maar één hand (covalentie van 1) en wil jij vier handen schudden met mensen met één hand, dan heb je vier mensen nodig - dat C-atoom wilt dus 4 H-atomen. Alleen zijn het dus geen handjes, maar het delen van elektronen. Maar dan geldt hetzelfde, wil jij vier elektronen delen (zoals een C) en je komt alleen maar Htjes tegen (die slechts één elektron willen delen) dan zoek jij gewoon 4 keer een H zodat jij 4 keer één elektron deelt (en in totaal dus vier elektronen deelt). |
![]() |
||
Citaat:
Dus opgeteld zijn dat weer 3. Bijvoorbeeld HCN. Dit is dan wel een c-atoom in het midden maar zo kun je zien hoe het zit. Dus een driedubbele binding met het N-atoom en nog een H-atoom aan de andere kant. ![]()
__________________
's Avonds een vent, 's ochtends absent.
|
![]() |
||
Citaat:
Als in: twee atomen met 'drie handjes' geven elk twee handen aan een atoom met twee handjes, ze houden nu beiden één hand over en houden zo elkaar vast. Andere optie: een vierkantje. Twee 2-atomen boven met één verbinding ertussen. (Eén hand gevuld.) Met de andere hand houden ze allebei een ander 3-atoom vast. Die twee 3-atomen houden dan nog twee bindingen/handen over. Die maken ze aan elkaar, óf elk aan een ander 2-atoom, óf geven een hand aan elkaar én een hand aan een ander 2-atoom. Of zoiets. In wezen zijn de mogelijkheden zo ongeveer oneindig, tenminste, als je het zo benadert. Of het in het echt kan is weer heel iets anders, maar 'wiskundig' gezien kun je ontzettend veel dingen bedenken. Ik teken meestal maar wat en dan zie ik vanzelf wel wat past en wat niet. Ik weet niet of het scheikundig kan, dus, maar het kan in ieder geval met pen en papier en heel veel onschuldige onkennis. ![]() |
![]() |
||
Citaat:
Deze stof is ethaanzuur. ![]() Als het H-atoom weggaat krijg je daar een open plek. Hier zit een negatieve lading. Maar dat zal jouw leraar vast nog niet vragen. Dit plaatje zit trouwens bij de bijlagen. Het streepje betekent dus een negatieve lading.
__________________
's Avonds een vent, 's ochtends absent.
|
![]() |
|
Ja, dan sodemietert de H gewoon op en laat z'n elktron achter bij de O en een elktron heeft één negatieve lading en daardoor wordt de O één lading negatiever en krijgt het een minnetje. Net een huwelijksdrama. Maar ik zou me er nog niet te druk om maken, want ik denk inderdaad ook niet dat je het op je toets krijgt.
![]() |
![]() |
||
Citaat:
![]()
__________________
's Avonds een vent, 's ochtends absent.
|
![]() |
||
Citaat:
![]() Het minnetje is dan het kindje ![]()
__________________
's Avonds een vent, 's ochtends absent.
|
![]() |
||
Citaat:
1. octetregel 2. geen lading over atomen Als daar niet aan voldoen kan worden een benadering in de vorm van resonantiestructuren tekenen. Kreeg je ook gewoon op het vwo bij sk1 geloof ik.
__________________
Speak softly and carry a big stick
Laatst gewijzigd op 26-11-2010 om 19:43. |
![]() |
||
Citaat:
__________________
Mathematicians are like Frenchmen: whenever you say something to them, they translate it into their own language, and at once it is something entirely different
|
![]() |
||
Citaat:
![]()
__________________
Speak softly and carry a big stick
|
Advertentie |
|
![]() |
|
|
![]() |
||||
Forum | Topic | Reacties | Laatste bericht | |
Huiswerkvragen: Exacte vakken |
bindingen sk robbert52 | 2 | 25-03-2007 11:03 | |
Huiswerkvragen: Exacte vakken |
chemie polair/apolair pomme | 0 | 19-12-2005 16:19 | |
Huiswerkvragen: Exacte vakken |
Atoombinding Tjkmjt | 22 | 12-11-2003 20:41 | |
Huiswerkvragen: Exacte vakken |
chemie: ionbinding/atoombinding Mayco | 4 | 24-05-2003 21:49 | |
Huiswerkvragen: Exacte vakken |
Scheikunde: polaire atoombindingen Verwijderd | 21 | 07-06-2002 18:07 | |
Huiswerkvragen: Exacte vakken |
Polaire Atoombinding? ik snap er niks van | 3 | 12-11-2001 11:44 |