De formule die bij een lijn hoort, is van de vorm y = ax + b. Hier is a het hellingsgetal of de richtingscoëfficiënt (hoeveel de y verandert als de x eentje groter wordt) en b is het startgetal (de waarde bij x = 0).
De formule van lijn m is dus y = ax + b, en we moeten de precieze waarden van a en b nog vinden. Twee lijnen zijn evenwijdig als ze hetzelfde hellingsgetal hebben, dus a = 5. We kunnen schrijven y = 5x + b. Om b te vinden, bedenken we dat "door het punt (4, 9) gaan" betekent dat als ik in de formule x = 4 invul er y = 9 uit moet komen. Invullen geeft 9 = 5·4 + b, dus 9 = 20 + b, dus b = -11. Dus lijn m heeft de formule y = 5x - 11.
|