Registreer FAQ Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / School & Studie / Huiswerkvragen: Exacte vakken
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 28-05-2013, 18:07
eveline1705
Wanneer lost iets op in water/hexaan? Ik heb hier een opdracht waar je moet aangeven of de volgende stoffen oplosbaar zijn in water of hexaan (sommige in beide):
zinkchloride
ethanol
jood
natriumsulfiet
pentaan
bariumsulfaat
olijfolie
Van sommige weet je het natuurlijk zelf wel (olijfolie lost niet op in water), maar je moet het ook kunnen beredeneren. Het heeft zeer waarschijnlijk te maken met hydrofoob/hydrofiel. Ik heb overmorgen een proefwerk en daar moet ik een goed cijfer voor halen.. Help me!
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 28-05-2013, 19:06
Verwijderd
Hydrofoob = bang voor water
Hydrofiel = niet bang voor water

In Binas staat een tabel met dipoolmomenten. Alles wat een dipoolmoment hoger dan 0 heeft kan in water oplossen, omdat het een polaire stof is. Apolaire stoffen, zoals sommige olien, kunnen niet oplossen in water. Je krijgt dan uiteindelijk een scheiding tussen het apolaire en polaire deel van een oplossing.

Correct me if wrong.
Met citaat reageren
Oud 28-05-2013, 19:17
eveline1705
Citaat:
Hydrofoob = bang voor water
Hydrofiel = niet bang voor water

In Binas staat een tabel met dipoolmomenten. Alles wat een dipoolmoment hoger dan 0 heeft kan in water oplossen, omdat het een polaire stof is. Apolaire stoffen, zoals sommige olien, kunnen niet oplossen in water. Je krijgt dan uiteindelijk een scheiding tussen het apolaire en polaire deel van een oplossing.

Correct me if wrong.
Dankjewel! Het klopt volgens mij!
Met citaat reageren
Oud 28-05-2013, 21:21
Peter1989
Avatar van Peter1989
Peter1989 is offline
Volgens mij geldt het dat het verschil in elektro-negativiteit (tabel 40) groter dan 0,4 moet zijn. Dan heb je te maken met een polaire stof, als het verschil groter dan 1,6 is heb je te maken met een ion omdat de aantrekkingskracht dan zo groot is dat de elektronen worden 'afgepakt' in plaats van gedeeld tussen 2 atoomsoorten.

Als je te maken hebt met zouten, zoals zinkchloride of bariumsulfaat, kun je in tabel 45 kijken. Als er een s staat bij de combinatie dan lost het slecht op. Bij een m matig en bij een g goed. Als er een r staat reageert het ion met water. DIt heb je met oxiden: ZnO + H2O ---> Zn˛+ (+) 2 OH-

Alcoholen zoals ethanol, methanol, propanol etc. hebben een OH groep die H bruggen vormt met water. Vanaf propaan (geloof ik) speelt de 'staart' -> "CH3-CH2-CH2"-(OH) mee bij het beoordelen, die is namelijk apolair...
Met citaat reageren
Oud 28-05-2013, 22:24
4beta
Avatar van 4beta
4beta is offline
Of, als je het op een iets lager niveau moet doen:

Voor koolwaterstoffen en alle niet-metalen
- Als er een -OH groep of een -NH (of -NH2) groep aan zit, dan lost het op in water
- Als er geen -OH groep aan zit, dan lost het waarschijnlijk op in hexaan/hexeen


- Als het een in water oplosbaar zout is, dan lost het op in water (Binas tabel 45)
- Zouten lossen in het algemeen niet op in hexaan/hexeen

Enige moeilijke moleculen zijn koolwaterstoffen die vrij groot zijn, maar wel -OH of -NH groepen hebben. Ga er hier vanuit dat ze zowel in water als in hexaan/hexeen oplossen.

(Dit is de havo-uitleg. De uitleg hierboven mag je zien als vwo-uitleg)
Met citaat reageren
Oud 29-05-2013, 11:21
Starbucks-
Starbucks- is offline
Het zou handig zijn als je je klas vermeldt; pas in V5 komen dingen als dipoolmoment aan de orde, in de vierde hebben we het alleen nog over waterstofbruggen en hydrofiel/foob
Met citaat reageren
Oud 30-05-2013, 16:22
eveline1705
Ik zit in 4 Gymnasium, maar onze leraar heeft het geloof ik wel gehad over dipoolmomenten. Jammer genoeg snapte ik er niet veel van. Ik denk dat ik dankzij jullie reacties het nu wel begrijp, maar weet iemand of er toevallig ook een relatie zit tussen het getalletje bij de dipoolmomenten en het kookpunt van een stof? Of moet je, als je weet dat een molecuul een dipool is, gewoon kijken welk molecuul de hoogste molecuulmassa heeft en daaruit de conclusie trekken dat dat molecuul blijkbaar een hoger kookpunt heeft?
Alvast bedankt
Met citaat reageren
Oud 30-05-2013, 17:00
ThomasJu
ThomasJu is offline
Het dipool moment wordt veroorzaakt door een verschil in lading binnen een molecuul.
(dus als de ene tak van een beetje positief is en de ander een beetje negatief)

Het dipool moment bereken je ongeveer zo: p = Q * l

Dus die lading keer de afstand. Wordt je afstand groter wordt het dipoolmoment groter. Die afstand is natuurlijk de lengte van een molecuul. Je kan zelf wel aanvoelen dat langere moleculen ook waarschijnlijk meer massa hebben.

Meer massa zorgt dan weer voor een sterkere van der waalsbinding(en dus een hoger kookpunt).

Dit zijn de grove lijnen. Er zijn natuurlijk uitzonderingen enzo
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Huiswerkvragen: Exacte vakken Redoxreactie
tiezje
1 23-04-2007 19:17
Huiswerkvragen: Exacte vakken H-Bruggen
sten-vvv
1 15-02-2007 19:17
VWO Scheikunde 1
Ryan.
202 23-05-2006 11:50
Huiswerkvragen: Exacte vakken Pokon
The_Cake_Maker
3 15-01-2004 17:48
Huiswerkvragen: Exacte vakken scheikunde proef
Rolomaster
3 24-11-2003 19:10


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 16:41.