Hallo iedereen!
We zijn het nieuwe wiskundejaar gestart met goniometrie! Daarbij hebben we de verdubbelings- en halveringsformules gezien. Nu horen daar ook oefeningen bij, waarvan ik er eentje niet weet op te lossen. Ik vermoed dat ik iets simpels over het hoofd zie. Zouden jullie me op weg kunnen helpen?
tan 3@ - tan 2@ - tan@ = tan3@ x tan 2@ x tan@
Het probleem dringt zich van in het begin op. Met welk lid start ik? Moet ik die tan 2@ vervangen en tan3@ gaan schrijven als tan (@+2@) en dat dan verder uitwerken?
Ik hoop dat jullie me kunnen helpen!
Met vriendelijke groeten
Woopa
|