Realiseer je dat je in plaats van een 9 altijd een 3 kunt gebruiken, de wortel van 9 is namelijk 3. Daarnaast mag je machten gebruiken, dus zul je alles dat uitkomt op 1^(een getal) kunnen doen, dan blijft de uitkomst ook 1.
1^9 = 1 én 9-7=2 -> (1^9) * (9-7) = 2
1^9 = 1 én -3+7 = 4 -> (1^9) * -3 + 7 = 4 -> (1^9) * -wortel(9) + 7 = 4
1*9-9 = 0; -> (1*9-9)*7 = 0
1+9-9 = 1 -> (1+9-9)^7 = 1
1+9-9 = 1 -> -(1+9-9) + 7 = 6
1+9-9 = 1 -> (1+9-9) * 7 = 7
1+9-9 = 1 -> 1+9-9 + 7 = 8
(1+9/9) = 2 én 7-2=5 -> -(1+9/9) + 7 = 5
(1+9/9) = 2 én 7 + 2= 9 -> (1+9/9) + 7 = 9
1+3/9 = 4 én -4+7 = 3 -> -(1+wortel(9)/9) + 7 = 3
Ik hoop dat je een beetje ziet wat voor gedachtegang ik hier aanhoud, steeds je vorige resultaat gebruiken om een nieuwe te vinden. 2016 mag je met dit voorbeeld zelf proberen.