Hij was mijn evenwicht
Wat ik verstoorde
Want mijn zicht
zat tussen mijn oren
Als je een wist hoe de wereld draait
en hoe het draaien kan stoppen
als je eens wist hoe de geur verspreid als je het gras maait
en de kleur verdwijnt van al die moppen
als je weg bent, en niet meer bent, en nooit meer bent
als je signalen zend, maar niet verzend
als er een plek is waar de aarde beeft, en jij het begeeft
en als er hulp is, maar IK die hulp niet geef
ik weet niet wat jij wil, ik weet niet wat ik niet wil
wat wil je dat ik wil
ik wil ons, op die kameel
door de woestijn
en jij, als mijn oase, mijn bron, voor een dieper bestaan
ik kan niet gaan, ik wil niet gaan
als je maar eens krijste voor je aandacht
en het niet laat afhangen van mijn onmacht
geen macht, maar hoop
wat is daar van te koop?
in dit leven waar het draait om feiten en gelijken
we zijn niet gelijk, niet hetzelfde
dat is ons geluk, dat zijn ONZE feiten
alles wat zij heeft
en woorden die hij geeft
maar niet doneert, en hij niet adoreert
niet begeerd en nooit gezweerd
dat zij was, wat ik was
dat zij zal zijn, wat ik was, wat hij meed
omdat hij leed, door wat ik in het onbewuste deed
want ik gaf niet, en ik wel sprak
omdat ik niet deed wat ik zei, maar wel brak, omdat ik niet sprak
in woorden, die ik niet kende, die ik niet wist
en emoties toonde die ik giste
in de enorme lijst van gezegdes
de lijst die jij mij toonde en beval om te kiezen
op mijn knieen, op de blaren, terwijl ik koos om NIET te kiezen
en jij gaf op, en ik wilde vergeten
maar ik vergat niet en daar het ongedierte vrat,
en waar zij leken te weten, door ook te eten
het hart te bereiken, en die opening die daar zat, werd een gat dat bleef groeien en een nieuwe leven broeide,
daar diep in die grot, waar niemand hen zag
en de bloemen voor altijd bloeiden