De tekst gaat over free en ultimatie fighting, dat zijn gevechten die plaats vinden in verschillende plaatsen. Hierin zijn alle vechtsporten toegstaan, wel zijn er regels aan verbonden. Hier een stukje uit de tekst:
" 'Walgelijk,' oordeelde de staatssecretaris voor sport, Erica Terpstra. 'Als we deze uitwas toestaan, riskeren we de ontwikkeling dat mensen het in de toekomst normaal vinden anderen volledig in elkaar te slaan.' Een verbod werd bepleit. "
De vraag:
1. Van welk argumentatietype is hier sprake?
(ik had enkelvoudige argumentatie omdat hij maar 1 argument gebruikt.)
2. welke vragen kun je stellen bij die argumentatietype?
Deze vraag snap ik niet, want in het boek is alleen uitgelegd wat voor vragen je zou kunnen stellen bij een
verzwegen argumentatie, en daar is hier toch geen sprake van?

ik bedoel ze vragen naar gewone argumentatie type, en niet naar een verzwegen.
pls help me