Het adembenemende einde,
een hoger hoogtepunt dan wat in
hogere sferen gewetenloos is verzonnen.
Zo mogelijk heviger dan
elfhonderd ejaculaties en
een eicel die van gekheid niet meer weet
naar wie haar armen moeten reiken.
Alles afbrekend wat maar breekbaar is,
het breekt je, doorboort je gezonde,
volstrekt overschatte verstand
en dan begin je weer bij nul.
Ik ruik de eenzaamheid.
Het leven van de lezer is zwaar
en spetterend, niet waar? Je voelt vanzelf wel
wanneer je afdwaalt –FLITS-
Je was in slaap gevallen, je kwijnde weg
dacht je dat verlossing soms
zo simpel was te vinden, gewoon doodgaan?
Lijden zul je, branden en Ik blus alles,
Ik ben het water en de afgrond,
Ik span netten, verbind de ene berg
met de andere en trek ze dan
zo ver naar elkaar toe dat je kruipend
de overkant haalt, dan ben je in principe al geknield.
Als je wil, mag je dan opstaan en verder gaan,
Ik blijf staan
en droog al je tranen.
Ik wel, Ik heb geen breedbeeld nodig;
Ik bén de horizon. Ik sterf elke dag
zo’n zesentwintigduizend maal. Soms wat meer,
soms ook veel meer en mocht je denken
dat Ik pijn heb, wees niet bang, Ik ken geen pijn,
Ik maak de cirkel af, elke dag zo’n
zesentwintigduizend maal, soms wat meer
en als je knikkebollend toegeeft,
neem Ik je mee.
Openbaring 7:16-17
__________________
Met golven kwam de regen binnen en bedekte ons, hield ons warm. Dat was voldoende.
|