Manuscriptje: Over toegankelijkheid en andere spoken
Vier van haar zondagen in het jaar besteedde Madelon aan gezwijmel over wat ze had kunnen hebben.
Door de week was zij een succesvolle zakenvrouw. Haar kracht bestond eruit dat ze juist niet de hardheid uitdroeg die bij het woord ‘zakelijk’ wordt verwacht. Madelon bracht haar boodschappen met liefde, zodat zelfs ontslag er tamelijk rooskleuriger uitzag.
In de weekenden was Madelon voor haar vriendinnen. De meesten kende ze van haar middelbare schooltijd, toen ze een hechte groep hadden die alles voor elkaar overhad; samen spijbelen, jongens versieren, elkaar ontdekken. In de tussenliggende jaren, vijftien in totaal, viel Rebecca weg uit de groep omdat zij verhuisde naar Canada, achter haar man aan omdat ze zoveel van hem hield. Leonie, een van Madelon’s beste vriendinnen, was gestorven aan borstkanker. Haar dood kwam hard aan, hoewel de dood niet het einde hoeft te betekenen van een vriendschap. Madelon en haar vriendinnen eerden hun verloren vriendin door tijdens het uitgaan een glas Spa Rood te bestellen en onaangeraakt de hele avond te laten staan; het gaf hen het gevoel dat Leonie in hun midden was. Madelon hechtte veel waarde aan vriendschap; ze zwoor dat ze met elke man met wie ze het bed zou delen, eerst een vriendschap had opgebouwd.
Madelon had uitstekend contact met haar ouders. Ze was vroeger nooit rebels geweest, zodat de relatie met hen nooit onnodig was beschadigd. Er werd gepraat over twisten zoals er over televisieprogramma’s werd gesproken; “niets om je voor te schamen,” zei haar vader vaker, als er een teer punt diende te worden besproken. Het schepte een onderling vertrouwen dat Madelon zocht in elke relatie die ze aanging.
Liefde maakte Madelon niet blind. Ze nam haar alertheid iedereen kwalijk, als niemand het hoorde. Ze vloekte als ze weer alleen in slaap viel, terwijl een knappe man haar telefoonnummer had gevraagd. Hoe kon zij zo godvergeten analytisch zijn, zodra het op mannen aankwam. Niemand kon het goed doen.
Een man die Madelon aansprak, had in feite zijn kans al verspeeld. Zo, dacht Madelon meteen, dus jij wilt neuken. Haar interesse was dan vaker al geweken voor een walging. Hij kent me niet, dacht ze, maar toch wil hij me neuken. Het liefst wil hij dat ik mezelf hier te grabbel gooi, mijn slip omlaag schuif en viola: dat zou hij lekker vinden.
Omdat haar vriendinnen zeiden dat Madelon zich meer moest laten gaan, was ze met een man meegegaan naar buiten.
“Mijn auto staat iets verder,” zei de knappe man, met een glinstering in zijn ogen die Madelon nog dagen in haar hoofd zag ronddolen.
Ze stapten achterin de wagen en neukten. Madelon had het redelijk lekker gevonden, maar was na afloop kwaad op zichzelf. Ze schaamde zich omdat zij zich zo had gegeven. Sinds die dag vervloekte Madelon seks, omdat ze zeker wist dat ze eerst een vriendschap wilde met haar partner.
Maar elke man die haar aansprak, wees zij resoluut af.
Madelon, zo succesvol in de zakenwereld en in vriendschappen, was een waardeloos geliefde.
Daarom zwijmelde ze, vier zondagen in het jaar, over hoe het kunnen zijn, als zij toegankelijker was geweest.
|