Advertentie | |
|
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
|
![]() |
||
Citaat:
![]() maar dat deed ik bij die normale hoofdstukken ook altijd pas voor t tentamen
__________________
Hela världen är så underbar
|
![]() |
|
Verwijderd
|
ik ga morgen mijn eerste samenvattingen voor geschiedenis maken....... als het goed is heb je in de les al veel opdrachten gedaan (in ieder geval de werkopgaven) ...op www.havovwo.nl kun je zowel het examen vorig jaar (de helft daarvan dus) als het herexamen (daarvan de helft) ervanaf halen.
![]() |
![]() |
||
Citaat:
__________________
Hela världen är så underbar
|
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
![]() |
![]() |
||
Citaat:
Sowieso merkte ik met toetsen over het onderwerp, dat je heel goed moet weten wanneer welk kabinet was. Als men het over 'de kabinetperiode Kok I heeft, en jij weet niet wanneer die was, dan mis je dus meteen het tijdbesef. Ik ga dus wel al die personen proberen te leren! Maar hoe zit het eigenlijk met een opstel schrijven oid? Wij hebben dat nog nooit gedaan voor geschiedenis en ik las dat je over één van de onderwerpen zoiets moet schrijven... ![]()
__________________
Ik ga links want ik moet rechts. En we gaan nog niet naar huis.
|
![]() |
||
Ik kan me niet herinneren dat wij ooit een opstel moesten schrijven bij een proefexamen. Onze docent had wel de gewoonte op ieder schoolexamen één of twee opstel vraagjes erdoorheen te gooien. Zo van; schrijf een stuk van 150 woorden over de slag bij nieuwpoort en verwerk daarin de volgende punten (om maar even een cliche voorbeeld te noemen
![]() *zoekt* *vindt* Citaat:
__________________
origineel is anders.
|
![]() |
||
Citaat:
![]()
__________________
Ik ga links want ik moet rechts. En we gaan nog niet naar huis.
|
![]() |
||
Citaat:
sluit ik me bij aan. verder staat er sowieso een supergoede samenvatting van lancashire op scholieren.com dus dat scheelt een hoop samenvattingswerk ![]() |
![]() |
||
Citaat:
__________________
Hela världen är så underbar
|
Advertentie |
|
![]() |
||
Citaat:
__________________
Hela världen är så underbar
|
![]() |
||
Citaat:
![]()
__________________
Why keep your right to remain silent? - Loesje-
|
![]() |
||
Citaat:
![]() |
![]() |
||
Citaat:
![]()
__________________
~Can you take me to the edge of the world?~ (www.cu2.nl/Fans -> vriendjes?)
|
![]() |
||
Citaat:
![]()
__________________
*engeltjuh* fliefd!
|
![]() |
|
Verwijderd
|
Historisch kader
De Industriële Revolutie vond het eerst plaats in Engeland. De landbouwecocnomie met de nadruk op lokale markten wordt een markteconomie met wereldhandel waarin de nijverheid de overhand heeft. Het was geen toeval dat Engeland de bakermat van de Indsturiële Revolutie was. Het was rond 1800 de grootste koloniale macht, er was veel kapitaal en er was een gunstig ondernemersklimaat. Door het ontstane houttekort ging men op zoek naar een alternatieve energiebron. Zo werden de mogelijkheden van steenkool voor de ijzerindustrie ontwikkeld. Als gevolg hiervan werden de eerste machinale pompen (Newcomen) aangedreven door stoomkracht (Watt) ontwikkeld en in gebruik gesteld. Een ongekende productiviteitsstijging was het gevolg. Dit had effect op andere bedrijfdstakken zoals de katoenindustrie in Lancashire. Dit proces begon rond 1750. Rond 1850 stond Engeland op het toppunt van haar economische macht. Daarna kreeg het land steeds meer concurrentie van met name Duitsland en de Verenigde Staten te verduren. 1 Wat waren de de belangrijkste kenmerken van de samenleving in Lancashire rond 1750? Lancashire was een agrarisch gebied met veel kleine boeren die op schrale grond producten verbouwden voor eigen gebruik en de lokale markt. Het erfrecht, de enclosure-wetten en de bevolkingsgroen bemoeilijkten het boerenbestaan. Op sommige plaatsen waren kleine mijnen en er waren kleine steden met uitzondering van Manchester met zijn textielnijverheid en –handel en de havenstand Liverpool. Textielproduchtie was traditioneel een nevenactiviteit van boerenfamilies ter aanvulling van het gezindsinkomen. Er was hierbij sprake van huisnijverheid en men werkte met het ‘putting-out-systeem’. Kooplieden en tussenhandelaren maakten deel uit van een klein internationaal handselsnetwerk en waren afhankelijk van geld en expertise uit Londen. De textieltarditie, het vochtige klimaat, de bevolkingsgroei en het ontbreken van sommige gilden- of overheidsregels, maakten Lancashire geschikt als katoenregio. 2 Hoe beïnvloedden de veranderingen in de katoennijverheid het platteland van Lancashire? De vraag naar katoen leidde tot productieverhogende uitvindingen. Via handkracht aangredreven machines schakelde men ove rop waterkrachtmachines in ‘mills’. De vraag naar steeds meer energie verklaard de snelle opmarks van stoommachines. Steden groeiden, er ontwikkelde zich een machinebouwindustruie, via kanalen werden steenkool, ijzererts en katoen aan- en afgevoerd. Later kwamen er goede treinverbindingen. Dit bevorderde de afzet van katoen, de handelscontacten, de aanvoer van levensmiddelen en de migratie. De bevolking groeide snel en de industrie leidde tot een snelle urbanistatie met o.a. sloppenwijken als gevolg. De lokale overheid schoot tekort in noodzakelijke publieke voorziningen. Rijke particulieren zorgden hier soms voor. De Kerk zorgde voor onderwijs. De grote uitzondering hierop was het fabrieksdorp Barrow Bridge dat op paternalistische wijze door idealistische industriëlen tot een modeldorp werd gemaakt. 3 Hoe beïnvloedde de katoennijverheid de leefomgeving in Machester? Manchester werd de stad van de stoomspinnerijen, de fabrieken daar stonden model voor heel Lancashire. Stoomweverijen verrezen elders. De urbanistatie votrok zich snel. Planloos en zonder aandacht ruimtelijke ordening werden sloppenwijken tussen de fabrieken en pakhuizen opgebouwd. Spoorwegen hadden minder invloed op de groei van Machester dan op het platteland. De bevolkingsgroei explodeerde. Door de slechte levensomstandigheden op het platteland trokken mensen naar de stad. Meer nog dan de natuurlijke aanwas was migratie oorzaak van de snelle groei van Manchester. De bedrijvingheid trok ook rijke buitenlandse handelaren aan. De snelle groei zorgde voor woiningnood en verpaupering. Er ontstond een scherpe scheiding tussen de armen en de rijken die in het landelijk gebied gingen wonen. Er ontstond ook een sterke sociale scheiding tussen de armen en de nieuwe standsbewuste middenklasse in het stadscentrum. Deze streefde een burgerlijk ideaal na. Welwillende particulieren zorgden voor enige stedelijke voorzieningen. Deels uit overtuiging, deels uit onmacht bleef de rol van de lokale overheid beperkt tot die van politieagent. Landelijke wetegeving bracht hier langzaam verandering in. 4 Hoe beïnvloedde de katoensector de verbondenheid van Lancashire met de rest van de wereld? Katoen werd rond 1790 de belangrijkste grondstof voor kleding. Dankzij een drietal uitvindingen tussen 1800 en 1840 daalde de prijs van katoenen kleding sterk. De buitenlandse markt was vanaf ongeveer 1790 van levensbelang. Deze was echter minder evenwichtig dan de binnenlandse markt. Hautaine afwizjing van buitenlandse uitvindingen en een vergefs exportverbod van productietechnologie vergrootten de opkomende concurrentie. Lancashire werd steeds afhankelijker van ontwikkelingen op mondiaal niveau. Telkens moesten er weer nieuwe markten gezocht worden. Lancashire kreeg te maken met ecnomische crises en sociale ellende. Om hun afhankelijkheid van verre leveranciers en afnemers te verminderen probeerden de koopman-fabrikanten meer controle te krijgen op de verschillende fasen van de handel. Liverpool werd daarbij de grote exporthaven, in Manchester werd een katoenbeurs opgericht en de banken in de Londense City zorgden voor de financiering. 5 Hoe beïnvloedde de katoennijverheid arbeidsverhoudingen en bestaanszekerheid? De landbouw en het ‘putting-out-systeem’ werden tussen 1750 en 1850 door de katoenindustrie verdrongen. Er kwamen vaste werktijden en een arbeidsdeling. Het werk werd door de mechanisatie lichter maar ook gevaarlijker en ongezonder. In de grote fabrieken in Manchester was de afstand tussen de werkgevers en werknemers groter dan in de klienere op het platteland. Wederzijdse afhankelijkheid en dus de compromisbereidheid was op het platteland groter. Arbeidsvoorwaarden werde mondeling overeengekomen. Vakbonden waren verboden en bij staking dreigde uitsluiting. Temeer daar vakkennis nauwelijks nog vereist was en arbeiders dus makkelijk vervangbaar waren. De ondernemers hadden de economische en de politieke macht. Pas met de Factory Acts (1833) begon de overheid zich met de excessen in de arbeidsverhoudingen te bemoeien. Door de industrialisatie ontstond een nieuwe middenklasse met het vaak succesvolle maar ook riskante beroep van ondernemer. Tevens ontstond een grote arbeidersklasse. Tot 1820 kende zij soms periodes van relatieve voorspoed. Na dat jaar was de concurrentie zo groot dat tot het einde van de negentiende eeuw vrouw en kinderen werkten om het loon aan te vullen. De bestaansonzekerheid van de arbeidersklasse werd engiszinds opgevangen door familie- en buurtnetwerken, zelfhulporganisatie, armenwetten en enkele ‘verlichte’ werkgevers. 6 Welke reacties riepen de veranderingen op in de samenleving? Voorstanders van de industrialisatie dachten dat de productiestijging uiteindelijk eenieder welvaart zou brengen, dit in tegensteling tot wat de theorie van Malthus beweerde. Tegenstanders wezen op de negatieve gevolgen zoals toenemende anonimiteit, ellende, uitbuiting en de groeiende kloof tussen bevolkingslagen. Het optreden van Luddieten die reageerden op de wantoestanden, veroorzaakte onder de midden- en hogere klasse angste voor sociale onrust, oprechte bezorgdheid en morele verontwaardiging. Areiders probeerden hun situatie ook te verbeteren via petities en na 1830 de Chartisten-beweging. Deze mislukte na de stakingen van 1842. Landbouw en industrie botsten met elkaar. Industriëlen streefden meer politieke invloed na. Dit resulteerde in de Reform Bill (1832) en samen met de arbeiders, verenigd in de Anti-corn-law league, wilden zij vrije graanhandel. Toen de graanwetten in 1846 afgeschaft werden was de industriële sector ook in politiek opzicht toonaangevend. Aantekening: Er wordt ook verwacht dat je een vergelijking kan maken met Lancashire en een ander gebied. Dit kan bijvoorbeeld met Twente (Enschede) of Gent. Dit is een samenvatting uit het CSE basiskatern, dus ik heb hem niet zelf gemaakt. Typfouten voorbehouden. |
![]() |
||
Citaat:
![]() als het 'opstel' dat wij krijgen net zo lang wordt als deze, ben ik blij ![]() |
![]() |
||
Citaat:
![]() |
![]() |
|
Verwijderd
|
Staan de antwoorden van Gezagsdragers ook op internet? Ik heb die van Lancashire al gevonden, maar die andere nog niet.
En... ligt het nou aan mij of zijn die (oefen)vragen op www.werkplaats.wolters.nl echt heel makkelijk? |
![]() |
||
Citaat:
want die heb ik voor lancashire ook nog nodig ![]() en die vragen zijn inderdaad erg makkelijk.... niet echt veel nut om daarmee te oefenen (zijn dr ook een beetje weinig ![]() |
![]() |
|
![]() |
Zo'n samenvatting is leuk, maar wie zegt dat daar alles instaat?
Je hebt alleen iets aan een samenvatting als vrijwel alles er in staat. Waarom? Omdat er bij elk examen wel ergens veel vragen over worden gesteld, over 1 onderwerp. Als je daarvan de achtergrond niet goed kent omdat die mistte in je beknopte samenvatting, heb je pech... Gewoon zelf een samenvatting maken, leer je veel meer van. Ik vind de CSE planning/indeling trouwens wel goed. Je hebt 2x een periode van 4 dagen vrij tussen toetsen met een E&M profiel, erg nuttig voor de mensen die laat zijn begonnen ![]() |
![]() |
|
![]() |
Ongeveer de helft van de vragen van examen van 2003 is bronnen ja, zit ook niet voor niets een apart boekje bij.
De normale vragen zijn trouwens vaak gewoon "leervragen", noem een oorzaak van of noem 3 redenen voor dit verschijnsel.... Dus ookal zijn er veel vragen bronnen, een parate kennis van de stof is ook gewoon nodig. En stel dat ze net een paar vragen stellen over een stukje dat niet in je beknopte samenvatting staat ![]() Ik vind toch dat je niet kunt volstaan met een samenvatting van 4 kantjes totaal... Gewoon zelf samenvatting maken of gewoon goed doorlezen of een wat uitgebreidere samenvatting erbij pakken. Hoe zit het trouwens met het boekje "Samengevat" (van de Examenbundels) voor dit onderwerp, zijn die samenvattingen een beetje goed? |
![]() |
||
Citaat:
![]() Met m'n laatste toets waren er af en toe vragen als: geeft bron 1 of bron 2 hier een goed beeld van en leg uit waarom. Ik koos standaard voor de verkeerde bron (met vanzelfsprekend dus ook een verkeerde uitleg), terwijl bijna heel de klas ze goed scheen te hebben. De gewone kennis is wel aanwezig, maar de toepassing met bronnen lukt me blijkbaar niet... (alleen last van met geschiedenis overigens).
__________________
Ik ga links want ik moet rechts. En we gaan nog niet naar huis.
|
Advertentie |
|
|
|