Hallo!
Voor Nederlands moest ik ene verhaal schrijven met als onderwerp 'liefde'', lekker vaag inderdaad en ik vond het ook behoorlijk moeilijk, dus ik vraag commentaar
Op zijn tenen liep hij de kamer weer binnen en sloot de deur met een doffe bons. Nauwkeurig observeerde hij of zij bewoog, maar zelfs haar tempo van ademhalen veranderde geen seconde. Met een kleine zucht van opluchting bekeek hij de gestalte in het bed. Het was nog geen ochtend en in het muisgrijze ochtendlicht kon hij haar gezicht niet zien, hoewel ze naar hem toegedraaid lag. Wel zag hij, ondanks de gevoerde winterdekbedden die zijn moeder elke Oktober uit de kast haalde, in haar silhouet de zowaar perfecte ronding van haar heup en de haarpiekjes rond haar hoofd zoals altijd eigenwijs alle kanten uitstaan. De rillingen liepen over zijn lijf, en hij wist niet of dat door de temperatuur van zijn onverwarmde kamer kwam, of door zijn stille observatie, maar dat was op dit moment ook wel het minste waar hij over denken wilde. Hij bedacht zich dat hij op dit moment compleet gelukkig was, en dat gevoel had hij pas één keer eerder meegemaakt; maar de droom waar zij toen de hoofdrol in had gespeeld was natuurlijk veel te snel afgelopen, waardoor zijn wanhoop uiteindelijk alleen maar groter geworden was. Maar nu merkte hij dat er een scheve grijns op zijn gezicht opkwam en hij moest in stilte om zichzelf grinniken. Daar stond hij dan, te rillen in zijn boxershort, met op een lichaamslengte afstand het meisje waar hij al een aantal maanden elke avond even aan gedacht had voor hij zich door de slaap liet overvallen. En nu stond hij hier, aan het begin van een nieuwe ochtend, en keek naar haar terwijl zij sliep. Het was bijna te symbolisch om waar te zijn.
Hoewel het kippenvel op zijn ledematen groeide besloot hij nog even volop te genieten van dit gevoel, dat op dit moment als een kolkende rivier zijn keel leek in te stromen en daarna door zijn hart door zijn lichaam werd rondgepompt. Met zijn hoofd in zijn nek genoot hij onbewogen van deze rilling van geluk, zie zich uitstrekte van de krampen in zijn maag tot de tintelingen in zijn vingers. Toen zuchtte hij ene paar keer diep. Met een lach op zijn gezicht zag hij dat het kippenvel zich inmiddels over zijn hele lichaam verspreid had, en om de planken vloer niet onder zijn gewicht te laten kraken nam hij voorzichtig een sprong naar het matras, waar hij vlug zijn evenwicht herstelde en ging liggen. Hij rolde zijn rillende lijf in de dekens en nestelde zich aan de rand van zijn matras. De spanning van haar nabije lichaam en haar warme adem op zijn wangen maakte hem misselijk van spanning. Maar een paar centimeter meer naar rechts en zijn knieën zouden de hare raken, die licht naar voren staken, en haar hoofd zou verscholen liggen onder zijn kin, want zij was een flink stuk kleiner dan hij. Voor een moment kon hij zijn eigen lichaam niet meer onder controle houden en hij reikte langzaam met zijn rechterhand naar haar wang, maar hij bedwong zich en legde zijn hand weer neer op de grens tussen de matrassen, precies tussen hem, de gespannen toeschouwer, en haar, de onwetende, vredige slaapster, in. Hij legde zijn hoofd voorzichtig op zijn kussen zonder haar ook maar een moment uit het oog te verliezen. Nog nooit had hij immers zo lang ongestoord naar haar gezicht kunnen kijken. Haar mond stond een stukje open en haar haren dwarrelden als een engelenkrans rond haar hoofd. Vlak onder haar ogen ontdekte hij vage sporen van uitgelopen oogmake-up, een kleine onvolkomenheid die haar schoonheid nog verder benadrukte. Zoals hij haar daar zag liggen, leek zij een standbeeld, een vast gegeven in zijn leven waar hij voor altijd naar zou kunnen kijken, en het enige dat zou veranderen was hijzelf. Terwijl hij veranderde en volwassen werd zou hij altijd naar haar blijven kijken: naar haar borst die langzaam uitzette en weer inkromp, naar de kleine blonde haartjes rond haar gezicht die trilden in haar ademtocht, en terwijl hij langzaam wegdommelde met haar beeld nog op zijn netvlies gebrand, kon hij nog naar haar regelmatige ademhaling horen, die langzaam overging in het luide, machinale getik van de wekker op het nachtkastje.