Citaat:
*_*LoLllyS*_* schreef op 20-11-2005 @ 16:11 :
Hoi,
Ben bezig met mijn huiswerk, boek NG/NT5, hfd 2: goniometrische functies. Alleen ik snap heel vaak niet hoe ze bij de primitieve komen. Zo staat er in een voorbeeld:
f(x)=2-2cos3x
F(x)=2x-2/3sin3x + c
Hoe komen ze, bij F(x), dan bij 2/3?? Als je eerst cos3x integreert, krijg je sin3x, en dan nog die 3x integreren, lijkt me.. dus 2/3x^2. Waar blijft die x^2 dan?? Of ben ik heel vreemd aan het denken (waarschijnlijk wel want snap t niet )
|
Laat g(x)=2*cos(3*x) de functie zijn waarvan je de primitieve G wilt weten, dan geldt: G'(x)=g(x)=2*cos(3*x). G is dus een functie met voorschrift G(x)=p*sin(3*x). Met behulp van de kettingregel geeft dit: G'(x)=3*p*cos(3*x), dus 3*p=2, dus p=2/3.
Citaat:
*_*LoLllyS*_* schreef op 20-11-2005 @ 16:11 :
Nog een ander voorbeeld:
g(x)=sin2x
G(x)=-1/2cos2x
Hier heb ik eigenlijk hetzelfde probleem, hoe komen ze dan bij die 1/2?? Hellup!!!
|
Er geldt: G'(x)=g(x)=sin(2*x). G is dus een functie met voorschrift G(x)=p*cos(2*x). Met behulp van de kettingregel geeft dit: G'(x)=-2*p*sin(2*x), dus -2*p=1, dus p=-1/2.
Voor de primitieve van sin(a*x+b) vind je zo de waarde -1/a*cos(a*x+b) en voor de primitieve van cos(a*x+b) vind je zo de waarde 1/a*sin(a*x+b).
Algemeen geldt: als f(x) een standaardfunctie is met primitieve F(x), dan heeft g(x)=f(a*x+b) de primitieve G(x)=1/a*F(a*x+b).
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel