Elk legioen bestond uit ongeveer 5000 man en het leger had tussen de 25 en 35 legioenen. Zo’n legioen was onderverdeeld in kleinere groepen, de centuriën. De legioenen waren meestal te vinden bij de grens van het Romeinse rijk. De grens moest goed verdedigd worden
De Romeinse burgers waren niet verplicht om in het legioen te gaan. Toch boden veel jonge mannen zich aan. Vooral de arme burgers gingen het leger in, omdat ze goed werden betaald als soldaat.
De soldaten droegen: een harnas, beenbeschermers, riem, sandalen, helm en een schild.
De wapens die ze bij zich hadden waren: een kort zwaard, dolk, werpspies en lans.
(Presentatie computerkunde powerpoint

)