Ik zit met een heleboel problemen bij wiskunde, maar dit keer kom ik er dus helemaal niet meer uit (en aangezien ik om een 1 of andere reden maar 1 keer per week een blokuur wiskunde heb, wil ik niet tot maandag wachten op de leraar -.-).
Citaat:
Getal & Ruimte VWO A/B deel 1.
Hoofdstuk 1: Functies en Grafieken
|
Gegeven zijn de lijnen K: y=0,5x + 2 , L: y= ax-4 , en M: y= -2x+b
Som 7c.
"Voor welke A en B gaan alle drie de lijnen door het punt R (8,6)?"
Ik zou dus graag willen weten hoe ik dit moet uitwerken. Alvast bedankt

.