PHAIDRA & HIPPOLYTOS Phaedra en Hippolytus
uit: Eric M. Moormann & Wilfried Uitterhoeve, Van Achilleus tot Zeus, Nijmegen 2e 1988, p.
217-219.
Hippolytos is de zoon van Theseus en de Amazone Melanippe, Hippolyte of Antiope. Phaidra is de dochter van het koningspaar van Kreta, Minos en Pasiphaë; zuster van Ariadne en Deukalion.
Na het overlijden van Minos gaf haar broer Deukalion haar ten huwelijk aan de over Athene regerende Theseus, die te harer gunste zijn Amazone-vrouw verstootte. Phaidra leefde sindsdien
onder één dak met haar stiefzoon Hippolytos, de zoon uit dit eerdere huwelijk. Hippolytos heeft als leidsvrouwe Artemis, is een hartstochtelijk jager en hecht aan een bestaan in kuisheid. Phaidra vat een niet te onderdrukken liefde op voor de jongeman, maar wordt door haar geschokte stiefzoon afgewezen. Zij beschuldigt Hippolytos bij Theseus ervan zich aan
haar te hebben willen opdringen en pleegt daarna zelfmoord. Theseus vervloekt en verbant Hippolytos. Poseidon geeft gehoor aan een verzoek van Theseus en laat Hippolytos op diens vlucht omkomen.
Het verhaal, dat overeenkomst vertoont met dat over Josef en de vrouw van Potiphar in Genesis 39, is onderwerp geweest van een verloren gegane tragedie van Sophokles.
Euripides stelt in zijn Hippolytos de antagonistische krachten van de godin van de liefde, Aphrodite, en de godin van de maagdelijkheid, Artemis, centraal. Aphrodite, gekwetst door Hippolytos, die zich geringschattend uitlaat over haar en over de liefdesdaad, beraamt de tragische reeks gebeurtenissen. Phaidra wordt tijdens een langdurige afwezigheid van Theseus verteerd door haar liefde voor Hippolytos. Haar oude voedster wil haar meesteres helpen en stelt Hippolytos op de hoogte, maar deze neemt met afgrijzen kennis van dit bericht. Phaidra laat ten behoeve van de terugkerende Theseus een brief met de voor Hippolytos noodlottige beschuldiging achter en maakt een einde aan haar leven. Op Hippolytos' vlucht langs de landengte van de Isthmos, na de vervloeking en verbanning door Theseus, wordt het gespan getroffen door een door Poseidon gezonden golf[!][stier dus]. De paarden slaan op hol en sleuren de van de wagen geslagen Hippolytos voort, totdat deze is overleden. Artemis
verklaart Theseus dan de ware toedracht.
Deze fatale keten van goddelijke machinaties, liefdesverlangen, kwetsuren en wraakacties wordt door Seneca behandeld in zijn Phaedra. Hij brengt enige wijzigingen aan in het dramatische
verloop (Phaidra spreekt zichzelf uit tegenover Hippolytos en Theseus en pleegt pas zelfmoord nadat Hippolytos is omgekomen), maar stelt evenals Euripides de tegenstelling tussen Aphrodite en Artemis centraal, zij het dat de godinnen niet sprekend worden opgevoerd.
Het stuk van Seneca ligt ten grondslag aan een reeks toneelstukken uit de 16e en 17e eeuw, waaronder Garnier 1573, Vondel 1628 (Hippolytus of rampsalige kuyscheyd) en Racine 1677. De tegenstelling tussen liefde en kuisheid wordt in de Phèdre van Racine enigszins teruggedrongen (zo geeft hij Hippolytos een verloofde en daarmee Phaidra een reden tot jaloezie), maar staat weer voorop in latere bewerkingen van Sturge-Moore 11901 en Doolittle 1927. In de zwart-romantische
literatuur krijgt Phaidra de trekken van een sadistische fatale vrouw (toneelstuk Swinburne 1866) of van een demonische vrouw (toneelstuk D' Annunzio 1909). Het laatstgenoemde stuk dient als libretto voor een sombere opera van Pizzetti 1915, die opgang maakte in een klimaat van afwending van de veristische opera en van herleven de belangstelling voor antieke thema's. […]
Alle Phaidra-voorstellingen in de beeldende kunst van de oudheid volgen de Hippolytos van Euripides. De vrouw zit treurend met in haar hand de brief, in gezelschap van de voedster. De jonge Hippolytos is daarnaast jagend of op de wagen voorgesteld. De oudste, uit Etrurië afkomstige afbeeldingen vinden we op askisten en spiegels. In de keizertijd zijn sarkofagen het meest gebruikte medium; hier geldt de vroege dood van Hippolytos als belangrijkste element.
Enkele mozaïeken en wandschilderingen met dit thema zijn uit Antiochië en Pompeji bekend.
In de nieuwe tijd wordt het verhaal betrekkelijk zelden uitgebeeld: de dood van Hippolytos bijvoorbeeld in een schilderij van Rubens ca. 1611-12 en in een beeldhouwwerk van Lemoyne
1715; de confrontatie van Hippolytos met Theseus in een schilderij van Guérin 1802.
__________________
Quidquid id est timeo Danaos et dona ferentes
|